Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
3.1 Je eigen bedrijf
3.1 Eigen bedrijf
1 / 19
suivant
Slide 1:
Diapositive
M&M
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
3.1 Eigen bedrijf
Slide 1 - Diapositive
Werken in je eigen bedrijf
Klassikaal lezen blz. 87
Ondernemer: Iemand met een eigen bedrijf die zijn eigen inkomen verdient.
Produceren: Het maken van goederen of leveren van diensten
Slide 2 - Diapositive
Welke twee manieren van produceren heb je?
A
1. Maken van goederen 2. Transport van goederen
B
1. Transport van goederen 2. Leveren van diensten
C
1. Maken van goederen 2. Leveren van diensten
D
1. Transport van goederen 2. Diensten verkopen
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Vidéo
Hoeveel euro houdt Amber over aan het eind van de maand?
A
50
B
100
C
150
D
200
Slide 5 - Quiz
Wat gaat dat kosten?
Klassikaal lezen blz. 88
Productiekosten: Alles kosten die je maakt om te produceren (gereedschappen, grondstoffen elektriciteit, loon voor medewerker)
Kostprijs per product: Kosten gemiddeld die je hebt gemaakt voor het maken van één product.
Slide 6 - Diapositive
Berekening
Ferry heeft 32 insectenhotels gemaakt. De productiekosten hiervoor waren in totaal 96 euro.
96 euro : 32 insectenhotels = 3 euro per product (kostprijs per product)
Slide 7 - Diapositive
Amber heeft 26 shirt laten drukken. De productiekosten hiervoor waren in totaal 104 euro. Wat is de kostprijs per product?
Slide 8 - Question ouverte
Aan de slag!
3.1 Vraag 1 t/m 8 (blz. 86 t/m 89)
Slide 9 - Diapositive
3.1 Eigen bedrijf
Slide 10 - Diapositive
Herhaling: leg uit..
Ondernemer?
Produceren (2 manieren)?
Slide 11 - Diapositive
Deze les
Uitleg 3.1 deel 2
Aan de slag
Deze les leren we over:
omzet, winst, verlies, failliet
oorzaak en gevolg
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
De ondernemer verdient geld
De berekening: Kas heeft 325 euro
(omzet)
aan ijsjes verkocht. De kosten waren 196 euro.
De winst van Kas: 325 euro - 196 euro = 129 euro
(winst)
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Sandra heeft 680 euro aan stockers verkocht. De kosten waren 203 euro. Wat is de winst?
Slide 16 - Question ouverte
Een ondernemer loopt risico
Als je kosten hoger worden dan de opbrengsten, dan krijg je
verlies
Als je lange ruhd aa verlies lijdt en je schulden niet meer kan betalen gaat je bedrijf
failliet
Slide 17 - Diapositive
Gebeurtenis:
Ik ga over naar klas 3
Sleep de oorzaken en gevolgen naar het goede vakje
Oorzaak
Gevolg
Ik heb hard gewerkt
Ik heb mijn huiswerk altijd gemaakt
Ik krijg nieuwe klasgenoten
Ik krijg andere docenten
Ik krijg profielvakken
Ik heb goed opgelet tijdens de lessen
Ik ben gewoon heel slim
Ik krijg een nieuwe mentor
Slide 18 - Question de remorquage
Aan de slag!
3.1 Vraag 1 t/m 15 (blz. 86 t/m 91)
Slide 19 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
H3 Je eigen bedrijf les 1
Avril 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Leerjaar 4 Economie Hst 3 paragraaf 1 Wat zijn de kosten?
Novembre 2018
- Leçon avec
10 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
3.1 Je eigen bedrijf
Juin 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Productie
Janvier 2019
- Leçon avec
26 diapositives
par
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
economie voor vmbo
3.2 Winst of verlies?
Août 2018
- Leçon avec
39 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
3.1 Wat kost het?
Août 2018
- Leçon avec
41 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
Herhaling 3.1 en 3.2
Mai 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 1
MM: Economie H3 Cursus 3.1
Mars 2022
- Leçon avec
11 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2