Hoofdstuk 2

Wat is volgens de Arbowet een verplichting van de werkgever?

1. Goede inrichting van je werkplek
2. Apparaten zijn op een veilige manier te gebruiken
3. Dat zij voorzichtig om gaan met gevaarlijke stoffen
4. Dat instructies van de werkgever worden opgevolgd

Welke weg leggen goederen af naar de klant?

1. Detailhandel > fabriek > groothandel > klant
2. Fabriek > detailhandel > groothandel > klant
3. Fabriek > groothandel > detailhandel > klant
4. Groothandel > detailhandel > fabriek > klant

Wat doet een BHV er?

1. Iemand die klachten van klanten afhandelt
2. Iemand die opgeleid is om te handelen in nood en mensen in veiligheid kan brengen
3. Iemand die een heftruck mag bedienen en goederen mag vervoeren
4. Iemand die met

Juist of onjuist?
1. Je mag zelf bepalen of je beschermingsmiddelen draagt.
2. Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn er om je te beschermen tegen gezondheidsproblemen

1. 1 JUIST 2 ONJUIST
2. 1 JUIST 2 JUIST
3. 1 ONJUIST 2 JUIST
4. 1 ONJUIST 2 ONJUIST

Een medewerker van een supermarkt helpt bij het uitladen van pallets van een vrachtwagen. Welk beschermingsmiddel moet hij gebruiken?

1. Helm
2. Werkschoenen
3. Mondkapje
4. Gehoorbeschermers

Welke persoon heeft
een ergonomische houding?

1. Foto A
2. Foto B
3. Foto C

Voorbeeld:
Jessie werkt in een winkel. Het raam en de deur staan open. Daardoor heeft hij een stijve nek gekregen. Waardoor komt dit?

1. Geluid
2. Licht
3. Luchtstroom
4. Temperatuur

Wat kun je het beste doen als je veel werkdruk ervaart?

1. Om hulp vragen bij je leidinggevende
2. Een klacht indienen bij de gemeente
3. Je ziek melden voordat je een burn-out krijgt
4. Niet naar je werk komen, om uit te rusten

Wat voor soort bord is dit?

1. Reddingsbord
2. Waarschuwingsbord
3. Verbodsbord
4. Gebodsbord

Wat betekent deze afbeelding?

1. Klanten helpen in de winkel
2. Het controleren van de voorraad
3. Het presenteren van de dagaanbiedingen
4. Het zorgen voor een verzorgde uitstraling

Assistent Verkoop. Combineer het begrip met de omschrijving

Retail

Diensten

Goederen

Groothandel

Detailhandel

Producten die je kunt aanraken

Producten die je niet kunt aanraken

Bedrijf wat in kleine hoeveelheden verkoopt

Bedrijf wat in grote hoeveelheden aan winkels verkoopt

Dedrijven die goederen en diensten aan consumenten leveren

Guus werkt in een bedrijf waar grondstoffen tot goederen worden verwerkt. Bij welk soort bedrijf werkt Guus?

1. Distributiecentrum
2. Groothandel
3. Transportbedrijf
4. Productiebedrijf

"Vanuit deze locatie worden goederen ontvangen verdeeld en vervoerd"
Over welk soort bedrijf hebben we het?

1. Distributiecentrum
2. Groothandel
3. Transportbedrijf
4. Productiebedrijf

"Dit bedrijf zorgt voor het vervoer van goederen"
Over welk soort bedrijf hebben we het?

1. Distributiecentrum
2. Groothandel
3. Transportbedrijf
4. Productiebedrijf

Hieronder staan 4 omschrijvingen van personen in het proces logistiek en verkoop. Wie is de CONSUMENT?

1. Dit is de persoon die de grondstoffen produceert
2. Dit is de persoon die goederen koopt en gebruikt
3. Dit is de persoon die de goederen transporteert
4. Dit is de persoon die handelt in goederen

Aan wie levert de groothandel?

1. Detailhandel
2. Consument
3. Producent
4. Fabrikant

"Ik verplaats goederen naar de juiste magazijnlocatie"

Welk werkproces is dit?

1. Voorbereiding
2. Uitvoering
3. Afronding

Wat is nauwkeurig werken?

1. Een goede tilhouding aannemen
2. Persoonlijke beschermingsmiddelen dragen
3. Verzamelde goederen nog een keer natellen
4. Zware dozen met een transportmiddel vervoeren