Herhaling grammatica chapitre 4 TOUT

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Herhaling grammatica chapitre 4

Leerdoelen

1. Je weet wat de volgorde in de Franse zin is.

2. Je kunt vraagzinnen met en zonder vraagwoord maken.

3. Je kunt het onbepaald voornaamwoord TOUT gebruiken

Programma

1. Terugblik vorige les (zinsvolgorde en vraagzinnen)

2. Herhaling grammatica chapitre 4 (het onbepaald voornaamwoord TOUT)

3. online oefenen

4. Evaluatie

Terugblik vorige les

1. Zinsvolgorde

2. Vraagzinnen

3. Vraagwoorden

Zinsvolgorde

Maak een zin met ...

avons - à Lyon - des amis français - pendant les vacances - nous - rencontré

Maak een zin met ...

vais - l'année prochaine - un stage - à Disneyland Paris - je - faire

Vraagzinnen

Maak de vraag op een andere manier vragend

Tu regardes souvent Netflix?

Maak de vraag op een andere manier vragend

Olivier va venir à Rotterdam?

Maak de vraag op een andere manier vragend

Il a trouvé ses clés?

Vraagwoorden

Vertaal het vraagwoord dat (tussen haakjes) staat

(Wie) est-ce?

Vertaal het vraagwoord dat (tussen haakjes) staat

Ça coûte (hoeveel)?

Vertaal het vraagwoord dat (tussen haakjes) staat

(Wanneer) viens-tu?

Qui of Que ?

Wat is goed?

1. Qu'est- ce qui tu fais?
2. Qu'est-ce que tu fais?

Wat is goed?

1. Qu'est-ce qui se passe?
2. Qu'est-ce que se passe?

Check of deze aantekeningen in je schrift staan!!!

1 - los zonder zelfstandig naamwoord

Tout betekent alles 

het kan niet mannelijk of vrouwelijk gemaakt worden

c'est tout - het is alles  [uitspraak: sè toe]

2: tout le... / toute la ...

omdat er een zelfstandig naamwoord bij komt
verandert tout mee met m/v

tout le gâteau - de hele taart  [uitspr. toe le]

toute la glace - het hele ijsje  [uitspr: toet la]

j'ai fini tout le gâteau - ik heb de hele taart op

3: tous les... of toutes les...

naast heel de (2. ) kun je ook alle zeggen

alle jongens in de klas

alle meisjes in de klas

dan gebruik je tous + les of toutes + les

tous les enfants de ma tante - alle kinderen van mijn tante.

toutes les filles de ma classe - alle meisjes van mijn klas.

Kies uit ... tout / tous / tout le / toute la / tous les / toutes les

Ma soeur a ... mangé

Kies uit ... tout / tous / tout le / toute la / tous les / toutes les

Elle vient .... semaines.

Kies uit ... tout / tous / tout le / toute la / tous les / toutes les

..... classe est rentrée

Kies uit ... tout / tous / tout le / toute la / tous les / toutes les

Tu as vu .... film?

Kies uit ... tout / tous / tout le / toute la / tous les / toutes les

Ils sont ... là.

Online oefenen: klik op de link in de volgende dia's

https: