TL4-H1+H2

Bereken de totale kredietkosten als iemand € 5.000 leent.

1 / 19
suivant
Slide 1: Question ouverte
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Bereken de totale kredietkosten als iemand € 5.000 leent.

Slide 1 - Question ouverte

Een auto is in 2010 (basisjaar) €15.000. In 2020 is deze auto €45.000. Wat is het indexcijfer in 2020?

Slide 2 - Question ouverte

Wat zijn de kredietkosten bij een looptijd van 36 maand?


Slide 3 - Question ouverte

Je leent €2000 en het heeft een looptijd van 24 maanden.
Wat zijn de kredietkosten?

Slide 4 - Question ouverte

De vervangingsprijs van een televisie is €768. De gebruiksduur is 8 jaar. Wat is de reservering per maand?

Slide 5 - Question ouverte

Je wilt over een jaar een tablet van € 395 kopen.
Je hebt nog een tegoedbon € 65.
Bereken de reservering per maand.

Slide 6 - Question ouverte

€12.000,- op spaarrekening. 1,3% enkelvoudige rente. Hoeveel rente na 10 jaar?

Slide 7 - Question ouverte

Vraag 5: Je zet €1.500 op een spaardeposito met 2,5% rente. Hoeveel rente ontvang je na 3 jaar. Schrijf je berekening op!

Gebruik de formule voor enkelvoudige rente:
Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Slide 8 - Question ouverte

€ 4.000 aan 1,2 % rente
Bereken het saldo op de spaarrekening na 4 jaar. Maak gebruik van samengestelde rente.

Slide 9 - Question ouverte

Reken uit: Op een internetspaarrekening met samengestelde rente zet je € 24.000 tegen 0,35% rente. Hoeveel rente heb je na 6 jaar verdiend?

Slide 10 - Question ouverte

Mark zet €8.000 op een spaarrekening. De eerste 2 jaar krijgt hij 1,2% rente. De volgende 4 jaar krijgt hij 4,5% rente.
Bereken de rente op je rekening na 6 jaar

Slide 11 - Question ouverte

Mijn nettowinst was 5.400, het volgende jaar is deze 6.750. Wat is de procentuele verandering? Schrijf je antwoord op één decimaal nauwkeurig

Slide 12 - Question ouverte

Brood was vroeger €0,95 nu €1,20. Hoeveel is de procentuele verandering?

Slide 13 - Question ouverte

Mijn inkomen stijgt met 4%. De prijzen stijgen met 5%. Bereken de reële verandering.

Slide 14 - Question ouverte

Stel je loon stijgt met 1% de inflatie is 3%. Hoeveel is je koopkracht gestegen of gedaald?

Slide 15 - Question ouverte

Ten opzichte van 2008 is het inkomen van Kim Il Sung gestegen van € 1.800 naar € 2.100 per maand. In diezelfde periode steeg het prijsindexcijfer van 109 naar 115. Met hoeveel procent is het reëel inkomen van Kim Il Sung in diezelfde periode veranderd?

Slide 16 - Question ouverte

Wat zegt een CPI van 101,5

Slide 17 - Question ouverte

Wat zegt een indexcijfer van 97

Slide 18 - Question ouverte

Bereken het CPI in één decimalen nauwkeurig. Laat zien hoe hoog de inflatie is
Schrijf berekening op!!

Slide 19 - Question ouverte