Les 1 - PPL doet iets voor een ander

PPL doet iets voor een ander
Weekritme 1, fase 2 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

PPL doet iets voor een ander
Weekritme 1, fase 2 

Slide 1 - Diapositive

Weekritme 1
- T/m carnavalsvakantie
- Meesterproef
- Samen met praktijkvakken & burgerschap

Slide 2 - Diapositive

Samen met praktijk / burgerschap
- Tijdens alle lessen op school werk je aan vaardigheden, daarom gaan we meer samenwerken. 
- Je volgt alle lessen die te maken hebben met de meesterproef, maar kiest waar jij de afsluiting wil uitvoeren
- In de AVO lessen bereiden we je hier op voor!

Slide 3 - Diapositive

Vind jij het belangrijk om iets over te hebben voor een ander?

Slide 4 - Carte mentale

Op welke manieren kun je iets over hebben voor een ander?

Slide 5 - Carte mentale

Goede en slechte voorbeelden
De volgende filmpjes laten goede en slechte voorbeelden zien van Iets over hebben voor een ander. Bekijk ze eens met jullie klas

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Vind je dit een goed of een fout voorbeeld van iets over hebben voor een ander? Bespreek de uitslag in de klas.

Slide 8 - Sondage

Slide 9 - Vidéo

Wat vinden jullie van dit voorbeeld dan?

Slide 10 - Sondage

Slide 11 - Vidéo

En deze actie?

Slide 12 - Sondage

Slide 13 - Vidéo

Wat zagen jullie in dit filmpje?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Vidéo

Beschrijf in 1 woord wat je net zag.

Slide 16 - Question ouverte

Goede doelen actie
Een voorbeeld van iets over hebben voor een ander is een goede doelen actie.
- Zoek eens voorbeelden van goede doelen acties op met je klas?
- Aan welk goed doel zouden jullie wel geld geven en waarom?
- Geven jullie zelf wel eens geld aan een goed doel?

Slide 17 - Diapositive

Iets over hebben... zonder geld
Goede doelen actie kost geld.. Maar je kunt ook iets voor een ander over hebben, dat geen of weinig geld kost. 

- Bedenk eens in tweetallen 3 voorbeelden hiervan
- Bespreek de voorbeelden klassikaal 

Slide 18 - Diapositive