VT LJ1 week 7 studentenversie probleemgedrag

Simulatieles 
Probleem gedrag geriatrische patiënt
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Simulatieles 
Probleem gedrag geriatrische patiënt

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Je kunt probleem gedrag herkennen en benoemen
  • Je kan oorzaken van gedragsproblemen benoemen
  • Je kan handvatten benoemen die je kan gebruiken bij het omgaan met gedragsproblemen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beschrijf de Geriatrische patiënt

Slide 3 - Question ouverte

Door de toenemende en dubbele vergrijzing
van de bevolking vormen ouderen een aanzienlijk deel van de patiëntenpopulatie. Ruim 25%
van de patiënten die in het ziekenhuis worden
opgenomen, is 70 jaar of ouder
Geriatrische patiënt
  • Oudere zorgvrager,
  • Complex ziektebeeld (als gevolg van een veelvoud aan stoornissen in lichamelijke en geestelijke functies),
  • (vaak) Uiteen lopende ziekten
  •  (vaak) ontregelde sociale situatie

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vindt jij leuk of juist lastig in de ouderenzorg?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De term agnosie houdt in:
A
Moeite om woorden te vinden en problemen om zich uit te drukken met taal
B
Onvermogen om objecten te herkennen
C
Verminderd vermogen om motorische handelingen uit te voeren
D
Stoornissen in uitvoerende functies

Slide 6 - Quiz

Afasie: moeite om woorden te vinden en problemen om zich uit te drukken met taal
Apraxie: verminderd vermogen om motorische handelingen uit te voeren
Agnosie: onvermogen om objecten te herkennen
Stoornissen in uitvoerende functies : zoals rekenen, logisch nadenken, plannen
Het lichaam, geest en de sociale context van een mens zijn met elkaar verbonden en hebben invloed op elkaar. Dit past bij de....
A
Holistische mensvisie
B
Emancipatoire mensvisie
C
Traditionele medische visie
D
Verpleegkundige mensvisie

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Revalideren doe je alleen in een revalidatiecentrum
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het doel van revalidatie?
A
leren omgaan met de ziekte/beperking en zoveel mogelijk eigen regie bij de cliënt
B
hoge kwaliteit van leven zonder pijn
C
volledig genezen
D
mantelzorgers ontlasten

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij afstemmen van zorg gaat het om.....
A
Samenwerking tussen verschillende professionals
B
Afstemmen van inhoud de zorg
C
Beide zijn juist

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is methodisch werken?
A
Verpleegkundige zorg afstemmen op behoefte en wens van de cliënt
B
Werken op basis van een cyclisch stappenplan
C
Werken volgens gezondheidspatronen van Gordon
D
Persoonsgericht werken, je bent gastvrij

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu over naar.... Probleemgedrag

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is volgens jouw probleemgedrag?

Slide 13 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vormen probleemgedrag
  • Weglopen of dwalen
  • Steeds schreeuwen of roepen
  • Teruggetrokken gedrag vertonen
  • Angst
  • Onrust
  • Beschuldigen
  • Seksuele ongeremdheid

Slide 15 - Diapositive

Bij probleemgedrag wordt een onderscheid gemaakt tussen excessief gedrag en gedragstekorten. Bij excessief gedrag wordt een probleem ervaren doordat het gedrag te vaak, te langdurig of te hevig optreedt, zoals bijvoorbeeld geagiteerd gedrag. Bij gedragstekorten vormt juist de afwezigheid van gedrag het probleem zoals apathisch gedrag. Vaak wordt bij probleemgedrag al snel gedacht aan fysieke of verbale agressie. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Probleemgedrag kun je vergelijken met koorts. Het is een manier om aan te geven dat er sprake is van een ander probleem. Net zoals koorts aangeeft dat er iets met het lichaam aan de hand is. Probleemgedrag is soms voor de cliënt de enige manier om zich te uiten.

Koorts kun je behandelen met bijvoorbeeld paracetamol. Maar daarnaast moet je ook onderzoeken waar de koorts vandaan komt. Als een cliënt met probleemgedrag een direct gevaar vormt voor zichzelf of voor anderen, zul je ook het symptoom moeten bestrijden. Bijvoorbeeld door iemand tijdelijk apart te zetten. Maar net als bij koorts moet je verder zoeken: waar komt dit gedrag vandaan? Wat is er aan de hand? Een cliënt kan pijn hebben, maar niet in staat zijn dat aan te geven. Of een cliënt verveelt zich enorm zonder dat iemand dat doorheeft. Er kan ook sprake zijn van een psychiatrische stoornis, enzovoort. De aanpak van probleemgedrag moet dus gericht zijn op het onderliggende probleem en dat verschilt per cliënt.

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Vervolg oorzaken gedragsproblemen
  • Biologische, 
  • Psychologische en 
  • Sociale en fysieke omgevingsfactoren.

Slide 19 - Diapositive

Probleemgedrag wordt bijna altijd veroorzaakt door meerdere factoren tegelijkertijd. Menselijk gedrag ontstaat door een ingewikkelde interactie van biologische, psychologische en sociale en fysieke omgevingsfactoren. Daarom is dé oorzaak van probleemgedrag meestal niet aan te wijzen en is er meestal niet één oplossing.


Hoe zou jij als zorgverlener omgaan met probleemgedrag?

Slide 20 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Stappenplan probleemgedrag

Slide 21 - Diapositive

Stappenplan leidt je stapsgewijs door het cyclisch proces (methodisch werken=verpleegkundig proces) van signaleren en observeren van gedrag, het maken van een probleemanalyse, het formuleren van een behandeldoel, het kiezen van de daarbij passende interventies en tot slot de evaluatie.  
Waarin zou je probleemgedrag rapporteren?

Slide 22 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedankt voor jullie aandacht!

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions