formatieve toets hfst3

Even herhalen ..
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Even herhalen ..

Slide 1 - Diapositive

is in de volgende zinnen sprake van directe of indirecte ruil.

Je koopt chocolade en rekent af met een briefje van €10
A
directe ruil
B
indirecte ruil

Slide 2 - Quiz

is in de volgende zinnen sprake van directe of indirecte ruil.

Je helpt je vriend met verven omdat hij jouw fiets heeft gerepareerd
A
directe ruil
B
indirecte ruil

Slide 3 - Quiz

is in de volgende zinnen sprake van directe of indirecte ruil.

Je besteld online kleding en rekent af met ideal
A
directe ruil
B
indirecte ruil

Slide 4 - Quiz

Noem de drie geldfuncties en geef van elke geldfunctie een voorbeeld.


Slide 5 - Question ouverte


Bekijk de grafiek hieronder. In 2018 kwamen er 10.000 betaalautomaten bij ten opzichte van 2017.

Hoeveel betaalautomaten waren er in 2017 in gebruik? 


Slide 6 - Question ouverte


Bekijk de grafiek hieronder. In 2018 kwamen er 10.000 betaalautomaten bij ten opzichte van 2017.

Bereken met hoeveel procent het aantal betaalautomaten tussen 2017 en 2018 is gestegen. 


Slide 7 - Question ouverte

Tussen 2010 en 2018 nam het aantal contante betalingen aan de kassa af van 4,37 miljard betalingen in 2010 tot 2,53 miljard in 2018.

Bereken met hoeveel procent het aantal contante betalingen is veranderd tussen 2010 en 2018. Schrijf erbij of het een daling of stijging was.

Slide 8 - Question ouverte

Bereken het nieuwe saldo na de
bij- en afschrijvingen.
Noteer erbij of het een credit- of debetsaldo is.


Slide 9 - Question ouverte


Bekijk het mobielbankierenoverzicht hieronder. Het nieuwe creditsaldo is € 525,60.

Bereken wat het saldo op 19 mei was. 
Zet erbij of dat een debet- of creditsaldo was. 


Slide 10 - Question ouverte


Welk spaarmotief wordt bedoeld met ‘een buffer hebben’?

Slide 11 - Question ouverte


Vergelijk de gewone spaarrekening van LeasePlan Bank met het spaardeposito met een looptijd van 5 jaar van diezelfde bank. Je spaart € 7.500.
Bereken hoeveel euro rente je per jaar méér ontvangt op het spaardeposito dan op de gewone spaarrekening.

Slide 12 - Question ouverte

Mosin heeft € 1.640 op zijn spaarrekening en krijgt 0,3% rente.
Ga uit van samengestelde rente.

Slide 13 - Question ouverte


Anniek en Johan willen een tweedehands camper kopen. Ze nemen een lening van 
€ 15.000. De lening heeft een looptijd van drie jaar.
Bereken met behulp van de tabel hieronder hoeveel zij in totaal terugbetalen voor deze lening.

Slide 14 - Question ouverte


Anniek en Johan willen een tweedehands camper kopen. Ze nemen een lening van 
€ 15.000. De lening heeft een looptijd van drie jaar.
Bereken wat de kredietkosten van deze lening zijn.

Slide 15 - Question ouverte

Bij een online winkel is de prijs van een Playstation € 399. Jij betaalt de Playstation in 24 termijnen van € 21,50 per maand.

Hoe noem je deze leenvorm?

Slide 16 - Question ouverte

Bij een online winkel is de prijs van een Playstation € 399. Jij betaalt de Playstation in 24 termijnen van € 21,50 per maand.

Bereken de kredietkosten.

Slide 17 - Question ouverte


Bereken hoeveel Japanse yen je kunt kopen voor € 250.

Slide 18 - Question ouverte


Hoeveel dollars krijg je voor 
€ 300?

Slide 19 - Question ouverte


Hoeveel Chinese yuan koop je voor 
€ 125?

Slide 20 - Question ouverte


Je gaat een paar dagen naar Londen.
Hoeveel britse ponden krijg je voor €100

Slide 21 - Question ouverte


Je gaat een paar dagen naar Londen.
Hoeveel betaal je voor 350 Britse ponden?

Slide 22 - Question ouverte


Hoeveel krijg je als je 38 Britse ponden over hebt en inwisselt voor euro’s?

Slide 23 - Question ouverte


Voor een stedentrip naar Krakau (Polen), bestelt Tim 500 Poolse zloty’s.
Bereken hoeveel euro Tim daarvoor betaalt.

Slide 24 - Question ouverte