VWO+HAVO 2

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Denk aan de leesstrategieën;
* gebruik maken van de titel/plaatjes/ je eigen kennis over het onderwerp
* onbekende woorden; verder lezen, vergelijken met Engels 
* eerst scannen, dan meer in detail lezen. 

Slide 2 - Diapositive

Tekst 1 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Léa vindt het het leuk om naar Parijs te gaan.
A
vrai
B
faux

Slide 5 - Quiz

Wie zijn het met Léa eens?
A
Hakim en Marianne
B
Katy en Bruce
C
Bruce en Marianne
D
Katy en Hakim

Slide 6 - Quiz

Tekst 2

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Deze tekst gaat over ....

Slide 9 - Question ouverte

Welke bewering is juist?
A
Haribo is een merk dat in Frankrijk is bedacht
B
Het is het oudste snoepmerk ter wereld
C
Je leert hoe het snoep gemaakt wordt
D
Je mag snoepjes proeven in het museum

Slide 10 - Quiz

Kun je op dinsdag 2 januari het museum bezoeken?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Waarom is het filmpje over de Chinese jongen Sana erg spannend?
A
Hij haalt honing uit de korf met blote handen
B
hij laat zich vrijwillig overal steken door bijen
C
er zitten bijna een uur lang veel bijen op hem
D
geen van de antwoorden is correct

Slide 13 - Quiz

tekst 3
Bekijk de poster.
Wat wordt hier aangekondigd?
Let op Wie/wat/waar?

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Welke teams spelen tegen elkaar?

Slide 16 - Question ouverte

Waar spelen ze en hoe laat?

Slide 17 - Question ouverte

tekst 4
De volgende tekst gaat over Roland Garros , het grote tennistoernooi in Parijs.
Wanneer wordt dit toernooi gespeeld en hoe lang duurt het?

Slide 18 - Diapositive

In welke maand vindt het toernooi plaats?

Slide 19 - Question ouverte


Wie spelen op dit toernooi? (1e alinea, in het Nederlands
antwoorden)

Slide 20 - Question ouverte


Hoe lang duurt het toernooi?

Slide 21 - Question ouverte

tekst 5
De volgende tekst gaat over spijkerbroeken. 
Wat wordt gezegd in alinea 1?

Slide 22 - Diapositive

Wat is het grote voordeel van de spijkerbroek volgens alinea 1?

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

Welke bewering is waar;
A
iedereen draagt ze jong en oud
B
vooral jongeren dragen ze
C
vooral sterren dragen ze
D
vooral kinderen dragen ze

Slide 25 - Quiz

In welke kleuren zijn jeans te koop?

Slide 26 - Question ouverte

Wat is waar volgens de tekst?
A
spijkerbroeken worden vooral in Europa gedragen
B
spijkerbroeken worden vooral in Azië gedragen
C
spijkerbroeken worden vooral in Frankrijk gedragen
D
spijkerbroek worden overal ter wereld gedragen

Slide 27 - Quiz

Je comprends?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage