T10 - 17-1-22

• NT2
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Lezen

Hoe gaat het met je? Met mij gaat het ...
goed.

1. geen
2. niet

Hoe gaat het met je? Met mij gaat het niet
goed.
Waarom niet?

1. adjectief (bijvoeglijk)
2. tweede werkwoord
3. eind van de zin
4. voor een voorzetsel

Is die schoen nieuw? Nee, die schoen is ...
nieuw.

1. geen
2. niet

Is die schoen nieuw? Nee, die schoen is niet
nieuw.
Waarom niet?

1. adjectief (bijvoeglijk)
2. tweede werkwoord
3. eind van de zin
4. voor een voorzetsel

Hou je van mij? Nee, ik hou ...
van jou.

1. geen
2. niet

Hou je van mij? Nee, ik hou niet
van jou.
Waarom niet?

1. adjectief (bijvoeglijk)
2. tweede werkwoord
3. eind van de zin
4. voor een voorzetsel

Ben je blij? Nee, ik ben ...
blij.

1. geen
2. niet

Ben je blij? Nee, ik ben niet
blij.
Waarom niet?

1. adjectief (bijvoeglijk)
2. tweede werkwoord
3. eind van de zin
4. voor een voorzetsel

Ga je mee? Nee, ik ga ...
mee.

1. geen
2. niet

Ga je mee? Nee, ik ga niet
mee.
Waarom niet?

1. adjectief (bijvoeglijk)
2. tweede werkwoord
3. eind van de zin
4. voor een voorzetsel

Toets

Niet & geen & schrijven

Woensdag 19 januari 2022

Ben je klaar voor de toets?

😒🙁😐🙂😃

Verzin twee argumenten bij de volgende stelling.

Om gelukkig te zijn heb je veel vrienden nodig.

hoek 1: helemaal mee eens

hoek 2: beetje mee eens

hoek 3: helemaal niet mee eens

hoek 4: beetje mee oneens

Verzin twee argumenten bij de volgende stelling.

Met een goede vriend of vriendin praat je over al je problemen.

hoek 1: helemaal mee eens

hoek 2: beetje mee eens

hoek 3: helemaal niet mee eens

hoek 4: beetje mee oneens

Verzin twee argumenten bij de volgende stelling.

Echte vrienden zijn eerlijk tegen elkaar en geven elkaar kritiek.

hoek 1: helemaal mee eens

hoek 2: beetje mee eens

hoek 3: helemaal niet mee eens

hoek 4: beetje mee oneens

Verzin twee argumenten bij de volgende stelling.

Een Insta/snap/TikTok-vriend is geen echte vriend.

hoek 1: helemaal mee eens

hoek 2: beetje mee eens

hoek 3: helemaal niet mee eens

hoek 4: beetje mee oneens

Wat vond je van deze opdracht?

😒🙁😐🙂😃

Schrijf over een goede vriend of vriendin uit je geboorteland.

Gebruik de volgende vragen:

Hoe heet hij of zij?

Hoe oud is hij of zij?

Hoe lang ken je hem of haar al?

Hoe heb je hem of haar leren kennen?

Wat deden jullie samen?

Heb je nu nog contact? Nee? Waarom niet? Ja? Hoe?