Kennismaking met Woordsoorten: Ontdek de Basis van Nederlandse Taal

Kennismaking met Woordsoorten: Ontdek de Basis van Nederlandse Taal
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Kennismaking met Woordsoorten: Ontdek de Basis van Nederlandse Taal

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie de basiswoordsoorten in de Nederlandse taal herkennen en benoemen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over woordsoorten in de Nederlandse taal?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn woordsoorten?
Woordsoorten zijn de verschillende categorieën waarin woorden worden ingedeeld op basis van hun functie in een zin, zoals zelfstandige naamwoorden, werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, enz.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandige naamwoorden
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden waarmee je mensen, dieren, dingen, plaatsen en begrippen benoemt.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwoorden
Werkwoorden geven aan welke handeling wordt verricht of welke toestand er is. Ze drukken een handeling, toestand, of gebeurtenis uit.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoeglijke naamwoorden
Bijvoeglijke naamwoorden geven eigenschappen of kenmerken aan van zelfstandige naamwoorden.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijwoorden
Bijwoorden geven aan hoe, waar, wanneer, in welke mate of op welke manier iets gebeurt.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voornaamwoorden
Voornaamwoorden worden gebruikt ter vervanging van een zelfstandig naamwoord, zodat je niet steeds hetzelfde zelfstandige naamwoord hoeft te herhalen.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorzetsels
Voorzetsels geven meestal een plaats of richting aan en worden gebruikt in combinatie met zelfstandige naamwoorden.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tussenvoegsels en achtervoegsels
Tussenvoegsels en achtervoegsels zijn kleine woorddelen die aan het begin of einde van een woord worden toegevoegd om de betekenis te veranderen.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting
We hebben vandaag kennisgemaakt met de basiswoordsoorten in de Nederlandse taal en hebben geoefend met het herkennen en benoemen van woordsoorten in zinnen.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.