Digitaal burgerschap basis les 3

Wat weet je nog van de vorige digi-les?
1 / 23
suivant
Slide 1: Question ouverte
InformatievaardighedenMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat weet je nog van de vorige digi-les?

Slide 1 - Question ouverte

In deze les leer je:

over online en offline regels;
    over je mening delen;
    dat berichten nieuwe reacties uitlokken;
    dat je elkaar niet goed kunt begrijpen;
    dat sommige mensen slechte dingen doen.

Slide 2 - Diapositive

Wat mag jij thuis wel doen?
En wat niet?

Slide 3 - Question ouverte

Wat mag op school wel?
Wat mag op school niet?

Slide 4 - Question ouverte

En op internet?
A
Mag jij alles zeggen en doen.
B
Is alles gevaarlijk.
C
Mag je vaak dezelfde dingen als thuis en op school wel en niet doen.

Slide 5 - Quiz

Mening
In Nederland mag je je mening delen.
Een mening is iets wat jij zelf vindt. Bijvoorbeeld dat je voetbal niet leuk vindt.

Maar soms hebben mensen een andere mening.
Die vinden voetbal misschien wel leuk.

Slide 6 - Diapositive

Moet je altijd dezelfde mening hebben?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Meningen delen
Soms ben je het online ergens niet mee eens. Dat kan!
Maar dat betekent niet dat je alles hoeft te zeggen.
Je hoeft dus niet altijd je mening te delen.

Een mening is iets wat je vindt.
Een feit is iets wat zo is. Je kunt het meten.

Slide 8 - Diapositive

Soms vraagt iemand niet naar jouw mening.
Dan kun je ervoor kiezen om niets te zeggen.

Maar: moet je voor jezelf of iemand anders opkomen?
Dan kun je besluiten wel iets te zeggen.

Geef je mening op een fijne manier.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Wat is een goede manier om je mening te geven?
A
“Hé Tim, ik vind het niet leuk dat je dit zegt. Ik ben niet blij.”
B
“Hé Tim, blablabla jij praat alleen maar onzin. Ben je dom ofzo.”

Slide 11 - Quiz

Nieuwe reacties
Als je online iets deelt kun je reacties krijgen.
Zeker als je een mening deelt.

Soms kun je daarom beter tot 10 tellen.

Slide 12 - Diapositive

Waarom moet je soms tot 10 tellen?
A
Je kan dan een slecht bericht bedenken.
B
Je kan denken over wat je kan doen.
C
Vaak ben je dan minder boos.

Slide 13 - Quiz

Sommigen mensen vinden het makkelijker om online te pesten of ruzie te maken dan in het echt.

Waarom is dat zo, denk je?

Slide 14 - Question ouverte

Wat doe jij als jij/iemand online wordt gepest?

Slide 15 - Question ouverte

Verkeerd begrijpen
In het echt met elkaar praten is anders dan online.
Je hoort in het echt hoe iemand iets bedoelt.
Bijvoorbeeld of iemand een grapje maakt of serieus is.

Online is dat moeilijker.
Daarom begrijp je elkaar soms minder goed online.

Slide 16 - Diapositive

Wat zou jij doen, als je niet weet of iemand boos of blij is (online, op internet).
A
Bellen.
B
Afspraak maken.
C
Vragen.
D
Ruzie maken.

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Goed of slecht
Misschien heb jij het wel eens gehad:
Je bent lekker een spelletje aan het spelen.
Ineens krijg je een berichtje van iemand die je helemaal niet kent.

Veel mensen hebben goede bedoelingen.
Maar niet iedereen.

Misschien wil diegene jou pesten of is diegene niet wie hij/zij zegt te zijn.

Slide 19 - Diapositive

Heb je online weleens iets gezien of gehoord wat je niet leuk vond?
A
Ja
B
Nee
C
Weet ik niet meer

Slide 20 - Quiz

Wat kun je doen als je op internet/online iets ziet of hoort wat niet leuk is?
A
Niks
B
Tegen je familie of docent zeggen
C
Ruzie maken
D
Melden (report) bij de app.

Slide 21 - Quiz

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage

Wat heb je geleerd?

Slide 23 - Question ouverte