Révision T3a 13052024

Hoe groet je iemand aan het begin
van een gesprek in het Frans?   

Salut                                 Bonjour

Coucou
Bonjour 
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoe groet je iemand aan het begin
van een gesprek in het Frans?   

Salut                                 Bonjour

Coucou
Bonjour 

Slide 1 - Diapositive

Le programme

  • Planning de la dernière période.
  • Révision du chapitre 1   1:Bijvoeglijk naamwoorden     2:Werkwoorden op RE           3:Parler de ton ami(e) , et des réseaux sociaux.

Slide 2 - Diapositive

LESDOEL
LESDOELEN
Aan het eind van de les

 ken je de plaats en de vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
 Kun je regelmatige werkwoorden op RE gebruiken.
 kan je praten over social media in het Frans
 kun je vertellen over een vriend(in)

Slide 3 - Diapositive

Planning T3A
Lundi 13 mai 
Hoofdstuk 1
Herhalen phrases-clés, grammatica D H
Vendredi 17 mai 
Toets corrigeren
Lundi 20 mai 
2e Pinksterdag
Vendredi 24 mai 
Hoofdstuk 2 -3
Herhalen phrases-clés, grammatica D H
Lundi 27 mai
Hoofdstuk 4
Herhalen phrases-clés, grammatica D H
Vendredi 31 mai
Hoofdstuk 5
Herhalen phrases-clés, grammatica D H   LIVRET INLEVEREN
Lundi 03 juin
Hoofdstuk 6
Leren phrases-clés, grammatica D H 
Vendredi 07 juin
Hoofdstuk 7
Leren phrases-clés grammatica D , herhalen grammatica H , 
10 au 17 juin
alle '' phrases clés'' oefenen (nog 3 les voor taaldorp)
20 JUIN
TOETSWEEK

Slide 4 - Diapositive

Planning HAVO 3
Lundi 13 mai 
Hoofdstuk 1
Herhalen phrases-clés, grammatica D H
Lundi 20 mai 
2e Pinksterdag
Lundi 27 mai 
Sport dag
Lundi 03 juin
Hoofdstuk 3                                                      LIVRET INLEVEREN
Herhalen phrases-clés, grammatica D H
Lundi 10 juin
Hoofdstuk 6
Herhalen phrases-clés, grammatica D H   
Lundi 17 juin
Hoofdstuk 7
Leren phrases-clés, grammatica D 
20 JUIN
TOETSWEEK - taaldorp

Slide 5 - Diapositive

Wat weet je nog over het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 6 - Carte mentale

Het bijvoeglijk naamwoord
Wat is dat?

Slide 7 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.

Bijv. een mooie jas 
MOOIE = bijvoeglijk naamwoord, het zegt iets over de jas

Slide 8 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord
Een grote toren

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 9 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord
Een grote toren

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

OUI!! Très bien!! 
"GROTE", want het zegt iets over TOREN

Slide 10 - Diapositive

De vorm
Let op!
Wanneer een bijvoeglijk naamwoord al eindigt op een e, dan komt er bij de vrouwelijke vorm niet nog een extra e bij. Bijvoorbeeld:
- Le jeune garçon
La jeune fille.

Slide 11 - Diapositive

mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
-
-e
meervoud
-s
-es
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
petit
petite
meervoud
petits
petites
Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 12 - Diapositive

 Het bijvoeglijk naamwoord het Frans
-
un chat noir-
een zwarte kat
e
Une vache (V) noire
een zwarte koe
-s
Deux chats (M) noirs
2 zwarte katten
-es
Deux vaches (V) noires
2 zwarte koeien

Slide 13 - Diapositive

 Het bijvoeglijke naamwoord Frans
-
un chien brun?
een bruine hond
e
Une tante (V) francais?
een zwarte koe
-s
Deux poissons (M) rouge?
2 rode vissen
-es
Quatre cousines (V) hollandais?
4 Nederlandse nichten

Slide 14 - Diapositive

Soms is het bijvoeglijk naamwoord een beetje onregelmatig



- ien---->italien - italienne (canadien/ancien)
- eux---->dangereux- dangereuse (amoureux/furieux/etc)
-if ---> sportif- sportive (actif)

Slide 15 - Diapositive

De vorm: Uitzonderingen (goed leren!)
Mannelijk enkelvoud
vrouwelijk enkelvoud
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud
Beau (mooi)
Belle
Beaux
Belles
Nouveau (nieuw)
Nouvelle
Nouveaux
Nouvelles
Bon
Bonne
Bons
Bonnes
Vieux
Vieille
Vieux
Vieilles
Gros
Grosse
Gros
Grosses
Long
Longue
Longs
Longues
Cher
Chère
Chers
Chères
Gentil 
Gentille
Gentils
Gentilles

Slide 16 - Diapositive

M ENKV
M MV
VR ENKV
VR MV
GOED
BON
BONS
BONNE
BONNES
MOOI
BEAU
BEAUX
BELLE
BELLES
NIEUW
NOUVEAU
NOUVEAUX
NOUVELLE
NOUVELLES
OUD
VIEUX
VIEUX
VIEILLE
VIEILLES
BON, BEAU, NOUVEAU, VIEUX

Slide 17 - Diapositive

De kleuren veranderen ook!
Rouge - Rouge - Rouges
Orange - Orange - Oranges
Vert - Verte - Verts - Vertes
Noir - Noire- Noirs - Noires
Jaune - Jaune - Jaunes
Violet - Violette - Violets - Violettes
Blanc - Blanche - Blancs - Blanches
Bleu - Bleue- Bleus - Bleues
Gris - Grise - Gris - Grises
Brun - Brune - Bruns - Brunes
Rose - Rose - Roses

Slide 18 - Diapositive

De plaats
In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord ACHTER het zelfstandig naamwoord.

                         Un chien adorable = een schattige hond
                        Les cheveux blonds = de blonde haren
                         Les maisons rouges = de rode huizen
 

Slide 19 - Diapositive

natuurlijk zijn er weer uitzonderingen!!

Slide 20 - Diapositive

Uitzonderingen: deze komen voor het zelfstandig naamwoord
BON = GOED
MAUVAIS = SLECHT
GRAND = GROOT
PETIT = KLEIN
BEAU/JOLI = MOOI
VIEUX/VIELLE = OUD
JEUNE = JONG
NOUVEAU/NOUVELLE = NIEUW
PREMIER=EERSTE
DERNIER=LAATSTE

UIT JE HOOFD LEREN!!

Slide 21 - Diapositive

Uitzonderingen: deze komen voor het zelfstandig naamwoord
premier=eerste
dernier=laatste
jolie=mooi,leuk
jeune=jong
mauvais=slecht
long=lang
UIT JE HOOFD LEREN!!

Slide 22 - Diapositive

 Het bijvoeglijke naamwoord; grand et petit
-
un grand chien
een grote hond
e
Une grande tante
een grote tante
-s
Deux grands poissons 
2 grote vissen
-es
Quatre grandes cousines 
4 grote nichten

Slide 23 - Diapositive

sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste vak
mannelijk
vrouwelijk
sportif
sportive
bon
bonne
vieux
vieille
beau
belle

Slide 24 - Question de remorquage

komt het bijvoeglijk naamwoord voor of achter het zelfstandig naamwoord?
VOOR
ACHTER
blanc
adorable
belle
nouveau
active
grands
bonnes

Slide 25 - Question de remorquage

Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud
grande
grandes
grand
grands

Slide 26 - Question de remorquage

In wat verandert 'Italien' als het vrouwelijk wordt?
A
Italien
B
Italiene
C
Italienne
D
Italie

Slide 27 - Quiz

In wat verandert 'Heureux' als het vrouwelijk wordt?
A
heureuse
B
heureux
C
heureuxe
D
heureus

Slide 28 - Quiz

In wat verandert 'sportif' als het vrouwelijk wordt?
A
sportife
B
sportive
C
sportif
D
sportiv

Slide 29 - Quiz

In wat verandert het bijvoeglijk naamwoord 'dangereux' als het vrouwelijk wordt?

Slide 30 - Question ouverte

In wat verandert het bijvoeglijk naamwoord 'Canadien' als het vrouwelijk wordt?

Slide 31 - Question ouverte

Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm en op de juiste plek. Schrijf de hele zin over!

J'ai un ___________ père _____________ [sportif]

Slide 32 - Question ouverte

Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm en op de juiste plek. Schrijf de hele zin over!

Elles sont des_________ filles ________. [sportif]

Slide 33 - Question ouverte

Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm en op de juiste plek. Schrijf de hele zin over!

Elles sont des __________ filles ________. [sérieux]

Slide 34 - Question ouverte

Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm en op de juiste plek. Schrijf de hele zin over!

J'ai une _______ cousine _________ [beau]

Slide 35 - Question ouverte

Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm en op de juiste plek. Schrijf de hele zin over!

C'est une ________matière _____________ . [facile]

Slide 36 - Question ouverte

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(bleu) Un .... stylo ....


Slide 37 - Question ouverte

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(vieux) Une .... femme ......


Slide 38 - Question ouverte

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(bon) ..... chaussures .... (v mv)


Slide 39 - Question ouverte

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(nouveau) Une ... voiture ....


Slide 40 - Question ouverte