herhaling H1 Arm en Rijk

Herhaling Hoofdstuk 1
Arm en Rijk
1 / 55
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 55 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Herhaling Hoofdstuk 1
Arm en Rijk

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het eind van deze les kan je:
- vertellen of je vertrouwen hebt in de toets
- vertellen wat je nog extra moet leren. 
- Vertellen wat je al goed kent, 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Middel van bestaan
A
manier om aan voedsel te komen
B
eerste historische periode
C
geld dat je uitgeeft
D
een grote, belangrijke verandering

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was het middel van bestaan de van de jager-verzamelaars
A
Supermarkt
B
Jagen
C
Verzamelen
D
Jagen en verzamelen

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we tijd van de jagers en de boeren?
A
oude tijd
B
prehistorie
C
archeoloog
D
revolutie

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie onderzoekt het verleden?
A
onderzoeker
B
jager-verzamelaars
C
archeoloog
D
revolutie

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was het middel van bestaan de van de eerste boeren?
A
Veeteelt
B
Jagen
C
Verzamelen
D
Akkerbouw

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een nomade?
A
Iemand die voedsel uit de natuur haalt
B
Iemand zonder vaste woonplaats
C
Iemand die als hobby wereldreizen maakt

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met hoeveel mensen leefden de jager-verzamelaars in groepen?
A
5 - 10
B
10 - 20
C
15 - 40
D
50 -70

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen voorbeeld van bezit van de jager-verzamelaars?
A
pijl en boog
B
mandje
C
speerpunt
D
potten van aardewerk

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je bent zelfvoorzienend als je...
A
Geen vaste woonplek hebt
B
Aan landbouw doet
C
Voor jezelf kan zorgen
D
Wapens van hout maakt

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Jagers verzamelaars
Juist
Onjuist
Nomaden
Mensen hebben weinig bezit.
De eerste mensen maken wapens van ijzer
Op zoek naar een nieuwe plek met voedsel.
De eerste mensen maken wapens van steen

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we akkerbouw en veeteelt samen?
A
Landbouw
B
Bouwland
C
Samenleving
D
Geschiedenis

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een revolutie?
A
manier om aan voedsel te komen
B
eerste historische periode
C
geld dat je uitgeeft
D
een grote, belangrijke verandering

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar in Nederland zijn veel hunebedden?
A
Friesland
B
Drenthe
C
Groningen
D
Gelderland

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een hunebed?
A
Heel oud
B
Bed van boeren
C
Grafkamer
D
Op elkaar gestapelde stenen

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als er veel welvaart is in een land, is ook de rijkdom groot.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een grote verandering van de jagers en verzamelaars naar de landbouwsamenleving was...
A
Ze werden nomaden
B
Ze verbleven op één plek

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke middelen van bestaan hadden de mensen tijdens de Landbouwrevolutie?
A
Jagen en verzamelen
B
Jagen, verzamelen, akkerbouw en veeteelt
C
Akkerbouw en veeteelt
D
Verzamelen, akkerbouw en veeteelt

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ok, landbouw...
Welke 'optelsom' is juist over landbouw?
A
akkerbouw + landbouw = veeteelt
B
landbouw + veeteelt = akkerbouw
C
veeteelt + akkerbouw = landbouw

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kan ik aan de afbeelding zien dat de hunebedden ná landbouwrevolutie zijn gemaakt?
A
De grote stenen kwamen hier pas tijdens de landbouwrevolutie.
B
Er woonden hier te weinig mensen om samen de hunebedden te maken.
C
Er wordt gebruik gemaakt van dieren.
D
Voor de landbouwrevolutie werden er geen mensen begraven

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je bent arm als
A
Je niet genoeg geld hebt
B
Je niet genoeg geld en middelen hebt voor de basisbehoeften
C
Je geen basisbehoeften hebt
D
Je geen huis en kleren hebt.

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de basisbehoeften?
A
Eten, slapen, school en schoenen
B
Voedsel, Huisvesting, Onderwijs en Gamen
C
Voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg
D
gezondheidszorg, huisvesting, voedsel en voetballen

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je niet genoeg geld hebt voor de basisbehoeften, leef je in armoede en in slechte ...
A
gezondheidszorg
B
economie
C
welvaart
D
levensomstandigheden

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak de juiste combinaties
Hieronder staan zaken die iedereen nodig heeft. Wat hoort bij wat?
eten en drinken
een huis
onderwijs
gezondheidszorg
dokters en ziekenhuizen
onderdak
scholen
voedsel

Slide 33 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de vijf basisbehoeften van een mens?

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Basisbehoeften
Overige behoeften

Slide 35 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Krottenwijken liggen meestal.....
A
op de gunstigste plaatsen
B
op de minst gunstige plaatsen

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar zijn de huizen in de krottenwijken van gemaakt?
A
Steen en cement
B
Modder en kleistenen
C
Platen, afval en hout
D
Zand en water

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is géén kenmerk van de scharreleconomie?
A
geen vast inkomen
B
betalen van belastingen
C
geen diploma nodig
D
geen geld bij ziekte of ouderdom

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een voorbeeld van de scharreleconomie is...
A
Op straat handelen, schoenenpoetsen, auto's wassen
B
Voor de klas staan
C
Een eigen restaurant
D
Een eigen garage

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk land is er veel scharreleconomie?
A
Duitsland
B
Senegal
C
beide

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep naar de juiste plek
In rijke landen hebben mensen meer dan genoeg geld voor hun basisbehoeften.

In rijke landen is veel rijkdom of

In arme landen is veel

Deze mensen hebben niet genoeg geld voor hun
welvaart
basisbehoeften
armoede

Slide 41 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De beroepsbevolking werkt in 3 sectoren:

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Drie groepen landen
Koplopers

Ontwikkelde of rijke landen

Bijv. Nederland

Volgers

Landen die rijker worden

Bijv. India
Achterblijvers

De armste landen

Veel landen in Afrika
Bijv. Somalië

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Landbouw
Industrie
Diensten
Kapper
Boer
Schoenenfabriek
Brandweerman
Advocaat
Kippenboer
Kassen
Docent

Slide 47 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Landbouw
Industrie
Diensten

Slide 48 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn ontwikkelingslanden?
A
Landen in ontwikkeling van rijk naar arm
B
Landen in ontwikkeling van arm naar rijk

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat bedoelen wij met de beroepsbevolking?
A
Mensen die werken
B
Mensen die niet werken
C
Mensen die rijk zijn
D
Mensen die arm zijn

Slide 50 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nederland
Somalië
China
India
Australië
Ivoorkust

Slide 51 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 52 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Succes met de toets straks

Slide 53 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Extra oefenen?
Maak de digitale oefentoets op Plein M

Slide 54 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 55 - Diapositive

Alles inclusief

Wist je dat mensen al van jongs af aan focussen op overeenkomsten en verschillen? Zelfs baby’s zien al fysieke verschillen tussen mensen.

Die met die bruine ronde ogen en zachte stem geeft me eten, en die met die lichte haren doet spelletjes met mij.

We zijn, van jongs af aan, gericht op uiterlijke verschillen, dit doen we om de wereld om ons heen sneller te kunnen begrijpen. 

Hoe dit zit, wat het betekent en vooral hoe je samen een positief verschil kan maken, gaan we ervaren met de les.