Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Grammatica - zinsdelen
Slide 1 - Diapositive
Alles bij de hand?
Pen & schrift
Weektaak (zie studiewijzer)
iPad
(digitale) Lesboek
Slide 2 - Diapositive
Lesdoel
Je leert hoe je het meewerkend voorwerp kunt vinden.
Je weet wat er deze week van je wordt verwacht (weektaak NE)
Slide 3 - Diapositive
Lesinhoud
Groep 1 gaat zelfstandig aan de slag met een oefening meewerkend voorwerp op www.cambiumned.nl. Zie weektaak voor de link. Daarna verder werken aan de weektaak.
Groep 2 start samen met de docent. Ontleed alvast onderstaande zin in je schrift: PV / zinsdeelstrepen / OW / Wg,NG / LV
Henkie geeft zijn buurvrouw een bosje bloemen.
Slide 4 - Diapositive
Zin bespreken
Henkie geeft zijn buurvrouw een bosje bloemen.
Slide 5 - Diapositive
Henkie / geeft / zijn buurvrouw / een bosje bloemen.
OW WG LV
Slide 6 - Diapositive
Welke vraag?
Op welke vraag geeft het zinsdeel 'zijn buurvrouw' antwoord?
Henkie / geeft / zijn buurvrouw / een bosje bloemen.
Slide 7 - Diapositive
Welke vraag?
Op welke vraag geeft het zinsdeel 'zijn buurvrouw' antwoord?
Henkie / geeft / zijn buurvrouw / een bosje bloemen.
Bijbehorende vraag: aan wie geeft Henkie een bosje bloemen?
Slide 8 - Diapositive
Het meewerkend voorwerp
Vraag: aan/voor wie + wg + ow + lv
Meestal een persoon
Het onderwerp geeft/vertelt vaak het lijdend voorwerp aan het meewerkend voorwerp.
Slide 9 - Diapositive
Benoem OW + LV in deze zin. De directeur / gaf / haar / een mooi cadeau.
Slide 10 - Question ouverte
Welke vraag stel je voor het meewerkend voorwerp in onderstaande zin? De directeur / gaf / haar / een mooi cadeau.
Slide 11 - Question ouverte
Wat is het meewerkend voorwerp in onderstaande zin? De directeur / gaf / haar / een mooi cadeau.
Slide 12 - Question ouverte
Wat is het meewerkend voorwerp in onderstaande zin? Het vakantiewerk / heeft / ons / vijftig euro / opgeleverd.
Slide 13 - Question ouverte
Wat is het meewerkend voorwerp in onderstaande zin? Voor de school / stond / een groep jongens.
Slide 14 - Question ouverte
Lesdoelcheck: vragen?
Je leert hoe je het meewerkend voorwerp kunt vinden.
Slide 15 - Diapositive
En nu:
Groep 2: Start met de oefening op cambiumned.nl: https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-2-meewerkend-voorwerp/