1. Welke beschrijving voldoet aan het begrip populatie:
A. Alle kikkers in Nederland
B. Alle vogels in een weiland
C. Alle planten in een tuin
D. Alle mussen in omgeving Barneveld
2. J of OJ? Als er geen selectiedruk is op een populatie blijven de allelfrequenties constant
3. J of OJ? Een plotselinge verandering van de allelfrequentie door een toevallige gebeurtenis (bijv. vulkaanuitbarsting) noemen we genetic drift
4. Wat zijn de voorwaarden voor evolutie?
5. Wat is nodig dat uit één populatie twee verschillende soorten ontstaan?
6. Als het bezit van een bepaald allel ervoor zorgt dat soortgenoten vaker met jou willen paren dan spreken we van ...
7. J of OJ? Als een bepaald allel een voordeel geeft in de strijd om voorzieningen dan zal de allelfrequentie van dit allel over de tijd veranderen.