Les 2

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Expression orale

les 2

Tout d'abord

Welke woorden weet je nog van de vorige les?

De volgende woorden zijn de vocabulaire die jullie nog niet kenden.

Wat is de vertaling van:
la caisse

Wat is de vertaling van:
le vélo

Wat is de vertaling van:
les études

Wat is de vertaling van:
l'étudiant

Wat is de vertaling van:
remplir les rayons

Wat is de vertaling van:
je viens

Wat is de vertaling van:
savoureux

Wat is de vertaling van:
voudriez-vous

Wat is de vertaling van:
le repas

Wat is de vertaling van:
commander

Wat is de vertaling van:
prête

Wat is de vertaling van:
cabine d'essayage

Wat is de vertaling van:
rayures

Wat is de vertaling van:
aider

Wat is de vertaling van:
coûte

Introductie

Voor de mondeling gaan we een 3-tal lessen oefenen met spreekvaardigheid. 

We gaan ons verdiepen in de volgende thema's:  het oefenen van jezelf voorstellen, het bestellen in een restaurant en het kopen van kleding in een kledingwinkel.

We gaan nu nog een keer kijken en nu ga je een aantal vertaalvragen beantwoorden

We gaan nu nog een keer kijken en nu ga je een aantal vertaalvragen beantwoorden

00:42

Hoe zeg je:
Ik wil graag een tafel voor 2 personen

01:08

Hoe zeg je:
Ik wil graag een jus d'orange

01:37

Hoe zeg je:
Ik zal nemen

01:53

Hoe zeg je:
voor mij

02:34

Hoe zeg je:
Het is mijn lievelingsgerecht?

03:12

Hoe vraag je om de rekening?

We gaan nu nog een keer kijken en nu ga je een aantal vertaalvragen beantwoorden

00:12

Vertaal:
Kan ik u helpen?

00:15

Vertaal:
Ja, ik zoek een trui alstublieft

00:26

Vertaal;
Ik houd niet van strepen

00:30

Vertaal:
Hoeveel kost deze trui?

00:35

Vertaal:
Dat is duur

00:46

Vertaal:
Het is in de korting/aanbieding

00:59

Vertaal:
In welke kleuren heeft u het?

01:14

Vertaal:
Mijn maat is 42

01:21

Vertaal:
Waar zijn de paskamers, alstublieft?

01:38

Vertaal:
Wat vindt u van deze trui?

01:43

Wat vindt hij van de trui?

02:10

Vertaal:
Dat wordt 20 euro

02:16

Vertaal:
Vous payez comment? Par carte ou en espèces?

01:04

Hoe vertaal je: ik heet

01:12

Hoe zeg je: ik kom uit

01:14

Hoe zeg je: ik ben 15 jaar oud

01:17

Hoe zeg je: Hij is 15 jaar oud

01:20

Hoe zeg je: ik heb geen zussen

01:34

Hoe zeg je: ik heb een bijbaantje

01:44

Hoe vertel je wat leuk vindt:

01:17

Hoe zeg je: ik heb een broer