2.2 Napoleon

2.2 Napoleon
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

2.2 Napoleon

Slide 1 - Diapositive

Leervragen
Schrijf eerst deze leervragen in je schrift
  1. Wat is een grondwet?
  2. Welke regels stonden er in de nieuwe grondwet van Frankrijk na de bestorming van de Bastille?
  3. Wat wilde de radicalen?
  4. Wat deed Robbespiere?
  5. Wat was de terreur?
  6. Hoe kreeg Napoleon alle macht in handen?
  7. In welk land begon Napoleon te verliezen?
  8. Waar en door wie werd Napoleon verslagen?

Slide 2 - Diapositive

In deze les gaan we extra oefenen met de vaardigheid continuiteit en verandering. Zet hieronder de juiste uitleg bij het juiste begrip. 
Continuiteit
Verandering
Als iets hetzelfde blijft
Als iets niet hetzelfde blijft

Slide 3 - Question de remorquage

Lees: nieuwe machthebbers
Zet de nieuwe regels bij continuiteit of verandering. 
Verandering
Continuïteit

De koning hoefde niet af te treden. 

De koning kreeg minder macht. 

De meest gehate belastingen werden afgeschaft. 

In de koloniën bleef de slavernij bestaan. 

Mensen die veel belasting betaalde, mochten de leden van de Nationale vergadering kiezen. 

De adel moest voortaan belasting betalen. 

Slide 4 - Question de remorquage

Leg uit of de radicalen meer verandering of continuïteit willen.

Slide 5 - Question ouverte

Lees: staatsinrichting
Schrijf twee verschillen op tussen een schoolregel en een wet.

Slide 6 - Question ouverte

Stel: de overheid wil een wet maken die katholieke kerken verbiedt. Leg uit waarom dit in strijd zou zijn met de grondwet.

Slide 7 - Question ouverte

Kan de overheid een wet maken die katholieke kerken verbiedt?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Lees: jaren van terreur. Wat heeft te maken met de terreur? Sleep die woorden naar de guillotine
Robespierre
Doodstraf voor Lodewijk XVI en Marie-Antoinette
40.000 mensen vermoord
Oorlog met Oostenrijk
Rousseau
grondwet

Slide 9 - Question de remorquage

Vergelijk de periode van de terreur met de periode ervoor. Geef een voorbeeld van continuïteit en een voorbeeld van verandering. (let op, misschien is je antwoord fout gerekend maar wel goed. Vraag dit aan je docent)

Slide 10 - Question ouverte

Lees: Een sterke leider. Wat was geen reden voor de Fransen om voor Napoleon als leider de kiezen?
A
Hij was een sterke leider
B
Hij zou voor rust en vrede zorgen
C
Ze wilde weer 1 leider hebben
D
Hij was heel erg lang.

Slide 11 - Quiz

Vergelijk de grondwet van Napoleon met de grondwet van de nationale vergadering. Geef een voorbeeld van continuïteit en een voorbeeld van verandering. (let op, misschien is je antwoord fout gerekend maar wel goed. Vraag dit aan je docent)

Slide 12 - Question ouverte

Lees: De ramp van 1812 en gebruik bron 20 op blz 37. Welk land (uit onze tijd) heeft Napoleon niet veroverd?
A
Turkije
B
Spanje
C
Italië
D
Nederland

Slide 13 - Quiz

Lees: Napoleon Verslagen. Zet de volgende gebeurtenissen over Napoleon in de juiste tijdsvolgorde van vroeger naar later:
A Generaal Napoleon grijpt de macht in Frankrijk.
B Napoleon kroont zichzelf tot keizer.
C Napoleon wordt bij Waterloo verslagen.
D Napoleon wordt dictator.
E Napoleons leger wordt in Rusland vernietigd.

A
A, B, D, C, E
B
A, D, B, E, C
C
D, A, B, C, E
D
D, B, A, E, C

Slide 14 - Quiz

Sleep het juiste woord naar het juiste plaatje
De Franse Revolutie
Terreur
Absolutisme 
Dictatuur

Slide 15 - Question de remorquage

Bij welk van de woorden uit
de vorige vraag past deze
afbeelding?
A
absolutisme
B
terreur
C
de Franse Revolutie
D
dictatuur

Slide 16 - Quiz

Leg je antwoord van de vorige vraag uit.

Slide 17 - Question ouverte

Leervragen
Beantwoord de leervragen in je schrift. 
  1. Wat is een grondwet?
  2. Welke regels stonden er in de nieuwe grondwet van Frankrijk na de bestorming van de Bastille?
  3. Wat wilde de radicalen?
  4. Wat deed Robbespiere?
  5. Wat was de terreur?
  6. Hoe kreeg Napoleon alle macht in handen?
  7. In welk land begon Napoleon te verliezen?
  8. Waar en door wie werd Napoleon verslagen?

Slide 18 - Diapositive