Test jezelf 3.2
1 / 20
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Standenmaatschappij
Slide 2 - Question de remorquage
Horen de uitspraken bij het Ancien Régime of verlichte denkers?
Ancien régime
Verlichte denkers
Als bestuurders slecht besturen, moeten ze vervangen worden
Elke staat moet een grondwet hebben
De macht moet verdeeld zijn tussen de regering, het parlement en de rechters
Een koning hoeft zijn besluiten niet uit te leggen
Iedereen moet zich aan de wet houden
Mensen hebben mensenrechten
Koningen hebben hun macht van het volk gekregen
Koningen hebben hun macht van God gekregen
Slide 3 - Question de remorquage
De Franse Revolutie begon in.....
A
1748
B
1776
C
1789
D
1795
Slide 4 - Quiz
Welke drie veranderingen werden na de Franse revolutie ingevoerd in Frankrijk?
De standenmaatschappij werd afgeschaft.
De koning mocht koning blijven.
Er kwam een grondwet.
Er kwam een democratie.
Er kwam een revolutie.
Er kwam een monarchie.
Slide 5 - Question de remorquage
Wat was het begin van de Franse revolutie?
A
De bestorming van de Bastille
B
Het ontslag van de minister van financiën
C
De grondwet werd niet erkend door Lodewijk XVI
D
Lodewijk XVI roept de Staten-Generaal bijeen
Slide 6 - Quiz
Zet de gebeurtenissen uit de Franse Revolutie op de goede volgorde:
1
2
3
4
5
Bestorming van de Bastille.
Staten generaal wordt bijeen geroepen.
De 3e stand begint de 'Nationale vergadering'.
Frankrijk wordt een Republiek.
Het Ancien regime.
Slide 7 - Question de remorquage
Wat was de uitspraak van de Franse Revolutie?
A
Vrijheid, liefde en broederschap
B
Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap
C
Vrede, Vrijheid en Broederschap
D
Vrijheid, Gelijkheid en Vrede
Slide 8 - Quiz
Verlichting
Ancien Regime
rationalisme
gelijkwaardigheid
Trias Politica
onderzoek en experiment
natuurrechten
Slide 9 - Question de remorquage
Wat is géén oorzaak van de Franse Revolutie?
Die andere drie dus wel ;)
Die andere drie dus wel ;)
A
Lodewijk XVI wordt terechtgesteld
B
De 3e stand mocht niet meebeslissen
C
Er waren misoogsten
D
Lodewijk XVI had grote schulden
Slide 10 - Quiz
Wie is wie?
Sleep de namen naar het goede portret
Robespierre
Lodewijk XVI
Marie-Antoinette
Slide 11 - Question de remorquage
Wat hebben deze personen met elkaar gemeen?
Slide 12 - Question ouverte
Wat is een voorbeeld van een 'grondrecht'?
A
Je mag je eigen geloof kiezen
B
Het is verboden de koning te beledigen
C
Je moet ieder jaar belasting betalen
D
De verkiezingen worden iedere 4 jaar gehouden
Slide 13 - Quiz
Sleep de drie standen naar de juiste plek in de afbeelding:
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
Slide 14 - Question de remorquage
Welke bestuursvorm krijgt Frankrijk nadat Lodewijk XVI onthoofd is?
A
Monarchie
B
Republiek
C
Dictatuur
D
Tirannie
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Waar of niet waar:
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden heeft een centraal bestuur
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Hoe kunnen de regenten aan goede baantjes komen?
A
Heel hard werken
B
Laten zien dat je het meest geschikt bent
C
Een loterij winnen
D
Stadhouder Willem V omkopen
Slide 19 - Quiz
Door welke stroming (denk aan het 'parapluwoord') krijgen de mensen in de Republiek nieuwe ideeën over het bestuur?
