Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Welkom 2C
Slide 1 - Diapositive
Hoofdstuk 4 De industriële revolutie
1750-1900
Slide 2 - Diapositive
Planning
Oriëntatie
Leerdoelen
Uitleg
Opdrachten maken
Afsluiten
Slide 3 - Diapositive
Vóór de Industriële revolutie
Slide 4 - Diapositive
Circa 1750
Circa 1850
Slide 5 - Diapositive
§4.1 Van handwerk naar machine
Slide 6 - Diapositive
Leerdoelen
- Aan het einde van de les kan je het verschil tussen oorzaken en gevolgen te herkennen
- Aan het einde van de les kan je een causaal schema invullen en de oorzaak-gevolg verbanden uitleggen
- Aan het einde van de les kan je de belangrijkste oorzaken noemen van de industriële revolutie
- Aan het einde van de les kan je uitleggen waarom we spreken van een industriële revolutie
Slide 7 - Diapositive
Waar denk je aan bij industrie?
Slide 8 - Carte mentale
Slide 9 - Vidéo
Van handwerk naar machine
Tot 1800 was er huisnijverheid
Vanaf 1800 wordt steeds meer in fabrieken gemaakt
Dit noemen we ook wel industrialisatie
Voorbeeld voor 1800
Aan het spinnewiel
Voorbeeld na 1800
Aan de machine
Slide 10 - Diapositive
Huisnijverheid verdwijnt
Rond 1700 gaat men katoenen kleding dragen
De huisnijverheid houdt de vraag naar kleding niet meer bij
Daarom worden nieuwe machines uitgevonden
Spinning Jenny
Slide 11 - Diapositive
Huisnijverheid verdwijnt
Machines door waterrad
Speciale gebouwen bij rivier
Stoommachine neemt over
1750: Industriële revolutie
Stoommachine
Waterrad
Slide 12 - Diapositive
Aan de slag
Wat? Jullie gaan een opdracht maken waar jullie de oorzaken van de industrialisatie gaan uitleggen
Hoe? Tweetallen
Tijd? 15 minuten
Hulp? Buurman/vrouw
Klaar? Wissel de opdracht uit met een ander tweetal
Resultaat? Je hebt oorzaken van de industrialisatie herkend en uitgelegd
Slide 13 - Diapositive
Oorzaken industrialisatie
Mijnbouw
In Groot-Brittannië zijn grote voorraden steenkool en ijzererts. De brandstof voor de machines en de grondstoffen zijn dus goedkoop.
Arbeidskrachten
Door de verbeteringen in de landbouw raken veel mensen daar werkloos. Daarom zoeken zij werk in de industrie en nemen zij genoegen met een laag loon.
Bevolkingsgroei
In de 18de eeuw verbetert de landbouw. Dit zorgt voor meer voedsel en hierdoor neemt de bevolking toe. Deze mensen hebben kleding nodig.
Goedkoper
Men vindt steeds meer machines uit. Hierdoor wordt bijna alles goedkoper. Daardoor stijgt de vraag en komen er weer meer fabrieken.
Grondstoffen
Europa heeft koloniën waar goedkope grondstoffen vandaan gehaald kunnen worden.
Slide 14 - Diapositive
Gevolgen industrialisatie
Industriële samenleving
Door de switch van huisnijverheid naar industrie, ging de agrarisch-stedelijke samenleving over in een industriële samenleving
Wegen, kanalen en sporen
Door de industrialisering van de samenleving, is er ook behoefte aan meer infrastructuur. In korte tijd worden door het hele land nieuwe kanalen gegraven en nieuwe spoorwegen aangelegd na de uitvinding van de stoomtrein (1829)
Verstedelijking en vervuiling
Er vindt massaal verstedelijking plaats in GB.
Vervuiling
Er kwam veel luchtvervuiling door het verbranden van steenkool. Ook kwamen hier broeikasgassen vrij --> opwarming van de aarde
Slide 15 - Diapositive
Aan de slag
Wat? maken opdracht 4 t/m 10
Hoe? individueel
Tijd? de rest van de les
Hulp? buurman/vrouw of docent
Klaar? maak een samenvatting van de paragraaf
Resultaat? Je hebt de opdrachten van de paragraaf en daarmee het huiswerk af
Slide 16 - Diapositive
Geef kort aan wat industrialisatie betekent
Slide 17 - Question ouverte
Noem minimaal 3 oorzaken van de industriële revolutie
Slide 18 - Question ouverte
Leg kort uit waarom we spreken van een industriële revolutie
Slide 19 - Question ouverte
Afsluiting
Je kunt uitleggen:
- Wat de industrialisatie inhoudt
- Wat de belangrijkste oorzaken zijn van de industriële revolutie