Oren

De oren
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De oren

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze les
Voorkennis: huid, vul de onderdelen in
Theorie: Horen, vul de onderdelen in
Testje
Opdrachten

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke lagen bestaat de huid?
A
Opperhuid, Kiemlaag
B
Kiemlaag, Lederhuid
C
Opperhuid, Lederhuid
D
Opperhuid, Onderhuids bindweefsel

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke twee lagen bestaat de opperhuid?
A
Opperhuid en kiemlaag
B
Hoornlaag en opperhuid
C
Hoornlaag en kiemlaag
D
Kiemlaag en lederhuid

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke laag van de huid vind je de zweetklieren?
A
Opperhuid
B
Lederhuid
C
Onderhuids bindweefsel
D
Kiemlaag

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Talgklieren produceren zweet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hierin liggen de talgklieren
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De huid
Warmtezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat warmer is dan je huid.
Koudezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat kouder is dan je huid.
Drukzintuigen reageren als er op je huid wordt gedrukt.
Tastzintuigen reageren op een lichte aanraking van je huid.

Slide 8 - Diapositive

Met je tastzintuigen kun je waarnemen hoe voorwerpen aanvoelen, bijvoorbeeld glad, ruw, hard of zacht. De tastzintuigen liggen in tastknopjes.
                      Lesdoelen

Na deze les:
Kun je de verschillende onderdelen van de oren benoemen.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Het kleinste botje van je lichaam zit in de oor, de stijgbeugel





  • Oren groeien 1 cm in 50 jaar

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluiden zijn trillingen van de lucht
Snelle trilling: hoog geluid
Langzame trilling: laag geluid

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hamer, aambeeld en stijgbeugel

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke geluiden kun je horen?
Wat is jouw gehoorbereik?

  • lage toon lucht trilt minder vaak per seconde dan bij een hoge toon

  • bij mens is de laagste toon = 20 Hertz onderste gehoorgrens

      hoogste toon van 20.000 Hertz = 

       bovenste gehoorgrens

  • gebied tussen beide gehoorgrenzen = gehoorbereik


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluid is trillende lucht.
De weg in je oor :
Oorschelp -> 
Gehoorgang -> 
Trommelvlies -> Gehoorbeentjes -> 
Slakkenhuis

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluiden vanaf 80 decibel kunnen leiden tot gehoorschade!

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Zet de juiste namen bij de onderdelen
Lever het blad in

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klassikaal
wekker
glas
liniaal

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vanaf welke decibelhoogte kan er gehoorschade optreden?
A
50
B
60
C
70
D
80

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar dient de oorschelp voor?
A
Voor het laten trillen van het trommelvlies
B
Om het geluid op te vangen
C
Om het geluid te verplaatsen

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we het volume van geluid?
A
meter
B
Db
C
dm
D
cm

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar dient oorsmeer voor?
A
Schoonhouden van oor
B
Soepel houden van trommelvlies
C
Het heeft geen functie
D
Om je oren te smeren

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar zit het gehoorzintuig in?
A
Trommelvlies
B
Slakkenhuis
C
Gehoorbeentjes
D
Gehoorgang

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De punaise
staat bij...
A
Oorzenuw
B
Trommelvlies
C
Oorschelp
D
Gehoorgang

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar komt geluid het eerste?
A
Slakkenhuis
B
Gehoorgang
C
Trommelvlies
D
Trommelholte

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorschelp
Gehoorgang
Slakkenhuis
Trommelvlies
Gehoorbeentjes

Slide 32 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten 5.3

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions