Op vakantie

Donderdag 27 juni
  • Grammar test
  • Ik ga op vakantie  
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Donderdag 27 juni
  • Grammar test
  • Ik ga op vakantie  

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Done? Post your results on Classroom. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ga op vakantie ...

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Op vakantie... 
Ik ga met de auto naar België. 


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op vakantie... 
Hij gaat met de trein naar Duitsland. 


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op vakantie... 
Wij gaan met de caravan naar Frankrijk. 



Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op vakantie... 
Zij gaan met het vliegtuig naar Griekenland. 


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Luister naar het fragment (en lees mee).
Maak de opdrachten (gebruik de woordenlijst als hulp). 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Vrijdag 28 juni 
  • Op vakantie: werkblad bespreken 
  •  Quizlet 'op vakantie' 
  • Presentatie 'op vakantie' 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Christina krijgt een cadeautje.
Wat krijgt ze?

Slide 17 - Question ouverte

https://www.hetbegintmettaal.nl/wp-content/uploads/2022/05/Naar-Parijs.mp3
Wat zie je?
Wanneer gaan Rafi en Christina naar Parijs?
Hoe laat vertrekken ze?
Hoe laat komen ze in Parijs aan?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Christina vertelt aan haar vriendin Maartje over Parijs.
Wat vertelt ze over Parijs?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

de auto – de bus – de trein – het vliegtuig

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

lekker – mooi – prachtig – vervelend

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

het café – het hotel – de huiskamer – het restaurant

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Amsterdam – Den Haag – Parijs – Rotterdam

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

het diner – de lunch – de menukaart – het ontbijt

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt € 10.000,- gewonnen. Je wilt graag een droomreis maken.
Bedenk waar je naar toe gaat en wat je gaat doen.

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een presentatie
  • Beschrijf naar welk land je op vakantie gaat
  • Beschrijf met wie je op vakantie gaat
  • Beschrijf hoe je op vakantie gaat
  •  Beschrijf het klimaat in het land waar je naartoe op vakantie gaat 
  • Beschrijf bekende gerechten uit het land
  • Maak een quiz!  

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reisgids
Opdracht in Canva 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions