SPQR les 29 werkwoordstijden

SPQR t/m les 29: ww-tijden
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

SPQR t/m les 29: ww-tijden

Slide 1 - Diapositive

Tegenwoordige tijd
Onvoltooid verleden tijd
Voltooid tegenwoordige tijd
Voltooid verleden tijd
Toekomende tijd
Futurum
Plusquamperfectum
Praesens
Imperfectum
Perfectum

Slide 2 - Question de remorquage

Sleep de persoonsvormen naar de juiste tijd
prs
impf
pf
pqpf
fut
fex
 sciit
poterat
rapio
coegerant
delemus
fuerunt
memini
perveniebat
audies
necabimus
expugnaverint

Slide 3 - Question de remorquage

aedificaverant =
A
hij heeft gebouwd
B
zij hebben gebouwd
C
zij hadden gebouwd
D
geen van deze antwoorden

Slide 4 - Quiz

abierit =
A
Hij ging weg
B
Hij zal weggaan
C
Hij zou zijn weggegaan
D
Hij zal zijn weggegaan

Slide 5 - Quiz

spectabatis =
A
wij kijken naar
B
wij keken naar
C
jullie kijken naar
D
jullie keken naar

Slide 6 - Quiz

occultavisti =
A
jij verbergt
B
jij verborg
C
jij hebt verborgen
D
jij had verborgen

Slide 7 - Quiz

expugnabo =
A
ik vernietig
B
ik vernietigde
C
ik zal vernietigen
D
ik zou vernietigen

Slide 8 - Quiz

spectaverunt =
A
zij zien
B
zij zagen
C
zij hadden gezien
D
geen van deze antwoorden

Slide 9 - Quiz

Wat betekent 'spectaverunt' nog meer behalve 'zij zagen'?

Slide 10 - Question ouverte

gaudetis =
A
jij bent blij
B
jij was blij
C
jij bent blij geweest
D
geen van deze antwoorden

Slide 11 - Quiz

Wat betekent 'gaudetis' dan wel?

Slide 12 - Question ouverte

discam =
A
Ik leer
B
Ik leerde
C
Ik zal leren
D
Ik heb geleerd

Slide 13 - Quiz

Wat is de praesensstam van putare?

Slide 14 - Question ouverte

Wat is de praesensstam van legere?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is de perfectumstam van apparēre?

Slide 16 - Question ouverte

Wat is de perfectumstam van dicere?

Slide 17 - Question ouverte

Sleep naar het juiste vak
Futurum:
praessensstam + a/e + uitgang -m/-s/-t/-mus/-tis/-nt
Futurum:
praesensstam + b + -o/-is/-it/-imus/-itis/-unt
a-stam
e-stam
mk-stam
i-stam

Slide 18 - Question de remorquage

PRS
FUT
habes (habēre)
reget (regere)
parent (parēre)
sumam (sumere)

Slide 19 - Question de remorquage

SPQR les 30: passivum

Slide 20 - Diapositive

Het passivum


Misschien heb je het al bij Nederlands gehad, maar worden er andere termen gebruikt:
  • actief (activum) = handelende vorm
  • passief (passivum) = lijdende vorm



Slide 21 - Diapositive

Het passivum
In het Nederlands is er ook een passivum. Dit wordt gevormd (!) door de combinatie van de hulpwerkwoorden zijn of worden + voltooid deelwoord.

Actief
o tt:  ik zie
o vt: ik zag
o tkt: ik zal zien 
v tt: ik heb gezien
v vt: ik had gezien
v tkt: ik zal gezien hebben


Passief
o tt:  ik word gezien
o vt: ik werd gezien
o tkt: ik zal gezien worden 
v tt: ik ben gezien
v vt: ik was gezien
v tkt: ik zal gezien zijn


Slide 22 - Diapositive

Het passivum
In het Latijn is het passivum herkenbaar aan aparte uitgangen.
Actief:
-o
-s
-t
-mus
-tis
-nt
Passief:
-or
-ris
-tur
-mur
-mini
-ntur

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Het passivum
Vergelijk:
audio   
audis
audit
audimus
auditis
audiunt
audior  
audiris
auditur
audimur
audimini
audiuntur
ik word gehoord
jij wordt gehoord
zij wordt gehoord
wij worden gehoord
jullie worden gehoord
zij worden gehoord
ik hoor
jij hoort
zij hoort
wij horen
jullie horen
zij horen

Slide 25 - Diapositive

Sleep de passieve uitgangen naar de juiste persoon
1e ev
2e ev
3e ev
1e mv
2e mv
3e mv
inf
-or
-ris
-tur
-mur
-mini
-ntur
-ri/-i

Slide 26 - Question de remorquage

Maak de Nederlandse zin passief:
Lucius roept mij.

Slide 27 - Question ouverte

Maak de Nederlandse zin passief:
Brutus maakt Felix bang.

Slide 28 - Question ouverte

Maak de Nederlandse zin passief:
De brand verwoest de villa's

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Vertaal :
Ego a Lucio vocor.

Slide 32 - Question ouverte

Ego a Lucio vocor
Welke functie heeft 'ego' in deze zin?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Handelende persoon
D
Oorzaak

Slide 33 - Quiz

Vertaal:
Marcus a puellis terretur.

Slide 34 - Question ouverte

Marcus a puellis terretur.
Welke functie heeft 'puellis' in deze zin?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Handelende persoon
D
Oorzaak

Slide 35 - Quiz

Vertaal:
Roma incendio deletur

Slide 36 - Question ouverte

Roma incendio deletur
Welke functie heeft 'Roma' in deze zin?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Handelende persoon
D
Oorzaak

Slide 37 - Quiz

Roma incendio deletur
Welke functie heeft 'incendio' in deze zin?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Handelende persoon
D
Oorzaak

Slide 38 - Quiz

Wat komt dus niet voor in een passieve zin?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Handelende persoon
D
Oorzaak

Slide 39 - Quiz

Snapcheck!
Heb je het passivum begrepen? Vertaal de zinnen om jezelf te testen. Je krijgt na het invoeren van je antwoord steeds de juiste vertaling te zien: kijk dus zelf of je vertaling goed was!

Slide 40 - Diapositive

Vertaal:
Pueri a matre vocantur.

Slide 41 - Question ouverte

Vertaal:
Vos a magistra (=lerares) laudabimini.

Slide 42 - Question ouverte

Vertaal:
Urbs a militibus defendebatur

Slide 43 - Question ouverte

Evaluatie
Snap je het passivum helemaal? En hoe staat het met je kennis van de uitgangen? Check jezelf met deze evaluatievragen en geef evt. aan waarmee je nog hulp kunt gebruiken.

Slide 44 - Diapositive

Ik ken de uitgangen van het passivum
A
ja
B
bijna
C
nee

Slide 45 - Quiz

Ik snap het verschil tussen handelende persoon en oorzaak in een passieve zin
A
ja
B
bijna
C
nee

Slide 46 - Quiz

Het lukte me de zinnetjes van de snapcheck te vertalen
A
ja
B
deels
C
nee

Slide 47 - Quiz

Hier zou ik nog graag hulp bij willen hebben wat betreft het passivum/Latijn:

Slide 48 - Question ouverte

Oefenen voor PW!
Ga verder met het priegelen en vertalen van T30

Slide 49 - Diapositive