Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Bijvoeglijk naamwoord 8 november 2.0
Bijvoeglijk naamwoord
1 / 20
suivant
Slide 1:
Carte mentale
Spelling
Basisschool
Groep 5,6
Cette leçon contient
20 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Carte mentale
Het lesdoel
Ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord is.
Slide 2 - Diapositive
Bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoorden vertellen iets over een zelfstandig naamwoord.
Slide 3 - Diapositive
Het bijvoeglijk naamwoord geeft een eigenschap of kenmerk van het zelfstandig naamwoord aan.
Voorbeeld:
- de
grote
auto
- een
makkelijke
opdracht
Slide 4 - Diapositive
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
De gouden ring
A
gouden
B
ring
C
De
D
Staat er niet in
Slide 5 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
De opgegeten boterham
A
boterham
B
opgegeten
C
staat er niet bij
D
De
Slide 6 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
De Engelse koning.
A
De
B
Engelse
C
staat er niet bij
D
koning
Slide 7 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
De vergrote foto hangt aan de muur.
A
vergrote
B
foto
C
de muur
D
De
Slide 8 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Ik schreeuw het uit van dolle pret.
A
Ik
B
schreeuw
C
dolle
D
pret
Slide 9 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
De gedroogde vrucht was lekker.
A
gedroogde
B
lekker
C
was
D
vrucht
Slide 10 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Ze is klaar voor de steile afdaling.
A
afdaling
B
klaar
C
ze
D
steile
Slide 11 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Hij maakt een grote sneeuwpop.
A
hij
B
maakt
C
sneeuwpop
D
grote
Slide 12 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Ik draai rond op de dure stoel van mijn vader.
A
draai
B
stoel
C
dure
D
vader
Slide 13 - Quiz
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Susan kijkt naar de verlepte plant.
A
verlepte
B
plant
C
kijkt
D
naar
Slide 14 - Quiz
Bedenk een eigen zin waar minsten
één bijvoeglijk naamwoord in zit.
Slide 15 - Question ouverte
Zelfstandig naamwoord (ZN)
Bijvoeglijk naamwoord
ski's
zusje
plant
ogen
pret
kralen
kralen
eendjes
kleine
grote
gepoetste
verbrande
warme
hongerige
zwarte
Slide 16 - Question de remorquage
Dus...
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
Je kunt een
bijvoeglijk naamwoord
herkennen als je weet wat een
zelfstandig naamwoord
is.
De
roze
koptelefoon
van Emma.
Slide 17 - Diapositive
Ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord is.
Dit lesdoel heb ik gehaald.
Dat weet ik en kan ik uitleggen
Dat weet ik nog niet
Slide 18 - Sondage
Dit ging goed tijdens deze les omdat...
Slide 19 - Question ouverte
Goed gedaan!
Slide 20 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
3.2.3 bijvoeglijk naamwoord
Novembre 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Taal / spelling
Basisschool
Groep 5,6
Blok 1 - les 16 - bijvoeglijk naamwoord
Septembre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 5
bijvoeglijk naamwoord
Novembre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, mavo
Leerjaar 2
bijvoeglijk naamwoord
Novembre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, mavo
Leerjaar 2
bijvoeglijk naamwoord
Septembre 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, mavo
Leerjaar 2
bijwoord en bijvoeglijk naamwoord
Mars 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Taalverzorging 1
Septembre 2024
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Taal - bijvoeglijk naamwoord
Octobre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6