1.3 Cellen van planten en dieren

Thema 1 B3 Plantaardige en dierlijke cellen
Bladzijde 21 boek 3A
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Thema 1 B3 Plantaardige en dierlijke cellen
Bladzijde 21 boek 3A

Slide 1 - Diapositive

Planning
- Terugblik vorige les: b3 Cellen van dieren en planten 
- Opdracht plantaardige en dierlijke cellen
- Maken inzicht opdracht 4 & 5


Pak alvast blz 19 voor je 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel
Je kunt van dierlijke en plantaardige cellen de delen noemen met hun kenmerken en functies


Slide 3 - Diapositive

Dierlijke cel

Slide 4 - Diapositive

Plantaardige cel

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Zelf aan de slag
  • Lezen  b3 Cellen van dieren en planten

  • Opdracht: 
       - Maak een schematische tekening van een dierlijke en
             plantaardige cel.  Bron = je boek of afbeelding van internet.
        - Maak duidelijk wat de verschillen en overeenkomsten tussen 
           beide zijn
       - Benoem de onderdelen
       - Schrijf op wat de functie is of wat het is!
  • De opdracht telt mee voor je eerste bio cijfer.
  • Vergeet niet je naam erop te schrijven.


Slide 9 - Diapositive

Zelf aan de slag
  • Lezen  b3 Cellen van dieren en planten
  • Maken inzicht opdrachten 4 & 5 blz 24

Huiswerk: opdr 4 & 5 blz 24



Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive



  • Nakijken opdracht 1 & 2 basisstof 3

  • Maken opdracht 4 en 5 basisstof 3 blz 24 en 25

  • Nakijken opdracht 4 en 5

  • Voorbereiden werken met de microscoop. Lezen blz 44 t/m 47
Start Praktische opdracht

Werken met de microscoop blz 44 t/m 47

Practicum boekje blz 2 en 3

Slide 12 - Diapositive



  • Nakijken opdracht 1 & 2 basisstof 3

  • Maken opdracht 4 en 5 basisstof 3 blz 24 en 25

  • Nakijken opdracht 4 en 5

  •  Lezen blz 44 t/m 47 werken  met de microscoop
Start Praktische opdracht

Werken met de microscoop blz 44 t/m 47

Practicum boekje blz 2 en 3

Slide 13 - Diapositive


Wat is waar?
A
Cel 1: Plantaardige cel Cel 2: Dierlijke cel
B
Cel 1: Dierlijke cel Cel 2: Plantaardige cel

Slide 14 - Quiz

Hoe heet nummer 2?
A
Celkern
B
Celplasma
C
Celmembraan

Slide 15 - Quiz

Wat is de functie van de celkern?
A
Regelt alles wat er in cel gebeurt.
B
Beschermt de cel.
C
Zorgt voor fotosynthese.
D
Zorgt voor de stevigheid van de cel.

Slide 16 - Quiz

Wat is het buitenste laagje om een plantaardige cel?
A
Celmembraan
B
Celwand

Slide 17 - Quiz

Welk onderdeel van de plantaardige cel zorgt ervoor dat fotosynthese kan plaatsvinden?
A
De celwand.
B
De celkern.
C
De bladgroenkorrels.
D
Het cytoplasma.

Slide 18 - Quiz

Alle dierlijke cellen zien er hetzelfde uit.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

De appel verandert van kleur doordat de bladgroenkorrels worden omgezet in kleurstofkorrels
A
Fout
B
Goed

Slide 20 - Quiz

Sleep het organel naar de juiste afbeelding
Alleen Plantencel
Planten- en dierlijke cel
Celkern
celmembraan
Plastide
Celwand
Cytoplasma
Vacuole
Kernmembraan

Slide 21 - Question de remorquage

- Dieren hebben veel verschillende ________
- Cellen van mensen hebben                                                 ____________ kenmerken als cellen van dieren.
-De __________  regelt alles wat er in de cel gebeurt.
-Een dierlijke cel bestaat voor een groot deel 
uit _____
-Om de cellen van dieren ligt een _________
Dezelfde 
Celmembraan 
Celplasma
Celkern 
Cellen 

Slide 22 - Question de remorquage