5H argumentatie online

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Nederland moet meedoen met de ontwikkeling van de nieuwe straaljager, want dat levert werkgelegenheid op. En werkgelegenheid is goed voor de economie.
Van welk type argumentatie is sprake?
Standpunt
Argument 1
Argument 2
A
Argumentatie op basis van vergelijking
B
Argumentatie op basis van voor- en nadelen.
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 2 - Quiz

Het wordt warmer op aarde en dat komt door het broeikaseffect.

Welk argumentatieschema wordt hier gebruikt?
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
argumentatie op basis van een kenmerk
D
argumentatie op basis van voor- en nadelen

Slide 3 - Quiz

Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
Welk argumentatieschema wordt hier gebruikt?
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
argumentatie op basis van een kenmerk
D
argumentatie op basis van voor- en nadelen

Slide 4 - Quiz

Volgens zijn arts heeft hij bloedarmoede. Hij had namelijk allerlei symptomen die er op wijzen: last van vermoeidheid, duizeligheid en hoofdpijn..
Welk argumentatieschema wordt hier gebruikt?
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
argumentatie op basis van een kenmerk
D
argumentatie op basis van voor- en nadelen

Slide 5 - Quiz

Standpunt
Argument 1
Argument 2
Uit onderzoek van California State University blijkt dat intensief gebruik van sociale media kan leiden tot een persoonlijkheidsstoornis.
Het lijkt me daarom een goed idee om minder tijd te besteden aan Facebook.
Bovendien zijn er leukere dingen in het leven dan selfies posten.

Slide 6 - Question de remorquage

Standpunt
Argument 1
Argument 2
Argument 3
We kunnen gevangenisstraffen beter afschaffen. 
Veel levens worden er voorgoed door verpest.
De meeste veroordeelden komen crimineler uit de gevangenis dan ze erin gingen. 
Ze staan in de gevangenis bijna alleen in contact met andere criminelen. 

Slide 7 - Question de remorquage

Geert Wilders
tegen Mark Rutte
'Doe eens normaal man!'
Dit is :
A
Ontduiken van bewijslast
B
Persoonlijke aanval
C
Vertekenen van standpunt
D
Verkeerde vergelijking

Slide 8 - Quiz

Standpunt
Argument 1
Argument 2
Argument 3
Energiedrankjes bevatten veel cafeïne.
Energiedrankjes bevatten heel veel suiker.

Het moet verboden worden energiedrankjes te verkopen. 


Energiedrankjes zijn bijzonder ongezond.
 

Slide 9 - Question de remorquage

'Maar kritisch zijn is niet hetzelfde als op alles kritiek geven.' (r.76-78)
Met welk argumentatieschema wordt dit standpunt vooral onderbouwd?

Zie 2017-I tekst 3. Blz 188-189 examenbundel
A
Argumentatieschema op basis van autoriteit
B
Argumentatieschema op basis van oorzaak-gevolg
C
Argumentatieschema op basis van kenmerk of eigenschap
D
Argumentatieschema op basis van voor- en nadelen

Slide 10 - Quiz

(1) Wat eet je liever: een appel of een chocoladereep? Worteltjes of patat? De appel en de worteltjes zijn natuurlijk de gezondste keuze: caloriearm, vol vezels en vitamines. Zoete troep en vette hap zijn nergens goed voor, maar wél lekker.
Dus wat kies je? Utrechtse psychologen legden hun proefpersonen onlangs keuzes als deze voor. Dat ging per computer: links op het scherm verscheen de chocoladereep, rechts de appel. Zodra een proefpersoon zijn favoriet had aangeklikt, verscheen het volgende paar in beeld. Zo moest hij een hele trits afwerken, telkens kiezend tussen ‘goed op de lange termijn’ en ‘kortstondig genot’. En wat bleek?

Op welke manier wordt in deze alinea de aandacht van de lezer getrokken? Dat gebeurt door:
A
Een aansprekend voorbeeld te noemen
B
Een korte samenvatting van de inhoud te geven
C
Een spannende anekdote te vertellen
D
Een verrassende stelling te poneren

Slide 11 - Quiz