4.2 - Welke wetten werken

Hoofdstuk 4
Paragraaf 2 - Welke wetten werken?
4TL
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4
Paragraaf 2 - Welke wetten werken?
4TL

Slide 1 - Diapositive

Wat moet je kennen en kunnen?
  • Weten welke arbeidswetten er zijn en wie op de naleving ervan toeziet.
  • Welke sociale zekerheden je als werknemer op de arbeidsmarkt hebt.
  • Hoe vraag en aanbod op de arbeidsmarkt invloed hebben op het loon

Slide 2 - Diapositive

Welke regel(s) ken jij die de werknemer beschermt?

Slide 3 - Carte mentale

Wetten (werk)
Voor wie? = Voor iedereen. Elk bedrijf moet zich hieraan houden
Wat? = Afspraken over lonen, werktijden etc.
Voorbeelden:
  • Arbowet
  • Arbeidstijdenwet
  • Algemene wet gelijke behandeling
  • (zie uitleg op bladzijde 112/113 van je boek en de volgende filmpjes)

Slide 4 - Diapositive

Opdracht:
Lees alle wetten op bladzijde 112 en 113 van je boek goed door!
(3 min)
timer
3:00

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Wat is:
ARBO-wet?
A
Arbeid Rond Betere Omstandigheden Wet
B
Arbeid Bijzondere Omstandigheden Wet
C
Arbeids Omstandigheden Wet
D
Arbeid Rijke Bewuste Ouderen Wet

Slide 9 - Quiz

Een werkgever kan bij een sollicitatie verschillende redenen hebben om iemand niet aan te nemen.

Welke van de volgende redenen is in strijd met de Algemene wet gelijke behandeling?
A
De sollicitant vraagt een te hoog salaris.
B
De sollicitant is te oud.
C
De sollicitant heeft de verkeerde opleiding.
D
De sollicitant heeft te weinig ervaring.

Slide 10 - Quiz

Wat staat er in de Arbeidstijdenwet?
A
Wet waarin de regels staan over werktijden
B
Wet waarin de regels staan over rusttijden
C
Wet waarin de regels staan over lonen en vakantiedagen
D
Wet waarin de regels staan over werktijden en rusttijden

Slide 11 - Quiz

In de ...... staan regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.

A
Arbowet
B
Arbeidstijdenwet
C
WerkloosheidsWet (WW)
D
Arbeidswet

Slide 12 - Quiz

In welke wet staan regels over werktijden?
A
Algemene Ouderdomswet
B
Arbeidstijdenwet
C
Arbeidsomstandighedenwet
D
Wet Minimumjeugdloon

Slide 13 - Quiz

Werknemersverzekering
  • Verplichte verzekering, waar je als werknemer voor betaalt.
  • De premies hiervan gaan van je brutoloon af 
  • Deze verzekeringen gelden alleen voor mensen die werken of hebben gewerkt!
  • 2 belangrijkste! = WIA en WW (zie boek en filmpje op volgende dia)

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Welke werknmersverzekering biedt een uitkering aan arbeidsongeschikte werknemers?
A
WIA
B
WW
C
ANW
D
AOW

Slide 16 - Quiz

Wout is werkloos en heeft een WW-uitkering.
Kies hoe de hoogte van zijn uitkering wordt uitgerekend
A
Het is een percentage van het laatstverdiende loon
B
Het is een percentage van het minimumloon
C
Het is gelijk aan het laatstverdiende loon

Slide 17 - Quiz

Vraag en aanbod (op de arbeidsmarkt)
  • Het aanbod = werknemers die zichzelf aanbieden om bij een werkgever te gaan werken.
  • De vraag = Werkgevers die werknemers zoeken voor een openstaande baan (=vacature)

Slide 18 - Diapositive

Hoe ontstaan inkomensverschillen?
Gebruik in je antwoord de termen vraag en aanbod!

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Vidéo

Noem 2 dingen die je voor deze les nog niet wist!

Slide 21 - Question ouverte

Zijn er nog zaken die onduidelijk zijn?
Zo ja welke?

Slide 22 - Question ouverte