JUNIOREN: have got

• Engels
• Basisschool
• Groep 8

Have got

het werkwoord: "hebben"

Het werkwoord "hebben"

Maak je in het Engels met "have got" of "have"

Vandaag hebben we het over "have got"

ik heb

jij hebt

hij heeft

zij heeft

het heeft

wij hebben

jullie hebben

zij hebben

I have got

you have got

he has got

she has got

it has got

we have got

you have got

they have got

Valt je iets op aan dat lijstje?

I have got

you have got

he has got

she has got

it has got

we have got

you have got

they have got

I've got

you've got

he's got

she's got

it's got

we've got

you've got

they've got

Ik heb een puppy

1. I have got
2. I has got

Hij heeft twee broers

1. He have got
2. He has got

Wij hebben een nieuwe auto

1. We've got
2. We has got

Jullie hebben een grote school

1. You's got
2. You've got

Vertaal de hele zin:
Ik heb een puppy

Vertaal de hele zin:
Hij heeft twee broers

Vertaal de hele zin:
Jullie hebben een grote school

Vertaal de hele zin:
Mijn moeder en vader hebben een mooi huis

Vertaal de hele zin:
Mijn zus en ik hebben een step

Sacha heeft een nieuwe telefoon

Maak zelf een zinnetje met "have got" of "has got"