week 50 les 1

Bonjour
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bonjour

Slide 1 - Diapositive

Les devoirs
HW controle! Opdrachten online verbeteren!

Faire (maken): Bloc H: ex 31
Staat de opdracht niet online dan maak je hem in je WB!

Apprendre (leren): vocabulaire F + Bloc H WBp49/51


Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen - Les buts:
HW overhoren: voc F + Bloc H:
Je kunt de woorden en zinnen vertalen F/N N/F
Je kunt regelmatige werkwoorden eindigen op -er vervoegen
(présent+ passé composé)
Je kunt regelmatige werkwoorden eindigen op:  -re vervoegen 
(présent + passé composé)

Slide 3 - Diapositive

Le test
Overhoren van het HW

Slide 4 - Diapositive

De prijs is 1 miljoen.

Slide 5 - Carte mentale

mille =
A
10
B
100
C
1000
D
10.000

Slide 6 - Quiz

Hij is Amerikaans.
A
il est américaine
B
il est américains
C
il est américaines
D
il est américain

Slide 7 - Quiz

onmogelijk
A
possible
B
impossible

Slide 8 - Quiz

Het goud is duur
A
L'or est chers
B
L'or est cher
C
L'or est chère
D
L'or est chères

Slide 9 - Quiz

Wat bedoelen we met regelmatige werkwoorden?

Slide 10 - Carte mentale

Les verbes  -re
Vendre - verkopen
Je vends
Tu vends
il / elle/ on vend-
nous vendons
vous vendez
ils/ elles vendent

Les verbes -er
Regarder - kijken (naar)
Je regarde
Tu regardes
il/ elle/ on regarde
nous regardons
vous regardez
ils/ elles regardent

Slide 11 - Diapositive

Exemples Regelmatige ww op -re
Veel werkwoorden in het Frans eindigen op -re
Bijvoorbeeld:
  • attendre (wachten)
  • descendre (naar beneden gaan, uitstappen)
  • entendre (horen)
  • répondre (antwoorden)
  • vendre (verkopen)
  • rendre (teruggeven)
  • perdre (verliezen)

Slide 12 - Diapositive

Je / J'
Tu
il / elle / on
Nous
Vous
ils / elles
e
es
e
ons
ez
ent

Slide 13 - Question de remorquage

Zet de uitgangen op de juiste plek (présent -re werkwoorden)
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
S
S
X
ONS
EZ
ENT

Slide 14 - Question de remorquage

Zet in de présent: je (rendre)
A
rend
B
rends
C
rendes
D
rende

Slide 15 - Quiz

Zet in de présent: tu (répondre)
A
réponds
B
répondes
C
répond
D
répondent

Slide 16 - Quiz

Zet in de présent: je (manger)
A
je manges
B
je mange
C
je mangent
D
je mangons

Slide 17 - Quiz

Zet in de présent: vous (attendre)
A
attendez
B
attends
C
attendent
D
attendons

Slide 18 - Quiz

Zet in de présent: elles (danser)
A
dansons
B
dansez
C
dansent
D
danses

Slide 19 - Quiz

Op welke letter eindigt passé composé bij werkwoorden op -re?

Slide 20 - Carte mentale

Nous (passer, passé composé)
A
avons passé
B
avons passer
C
avons passu
D
avons passi

Slide 21 - Quiz

Ils (rendre, passé composé)
A
ont rendré
B
ont rendre
C
ont rendru
D
ont rendu

Slide 22 - Quiz

Welke uitgangen horen bij welke groep werkwoorden?
-ER
-RE
-ER
-RE
-e
-es
-e
-ons
-ez
-ent
-s
-s
- -
-ons
-ez
-ent

Slide 23 - Question de remorquage

Hoe ging het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage

Ga naar...
www.quizizz.com

Slide 25 - Diapositive

Ex 31 
Samen bespreken

Slide 26 - Diapositive

Au travail/ Aan het werk!
HW controle: CH1 afmaken + Ch4 WBp131-133: herhaalhoofdstuk: ex 1+2

WB: In het WB gewerkt? Verbeter je werk!
ONLINE: Opdrachten die online onvoldoende zijn, worden er opnieuw in gezet

Slide 27 - Diapositive

Les devoirs
Faire (maken): CH1: alles is af en op orde! + Ch4: herhaalhoofdstuk  WBp131-133: ex 1+2
Apprendre (leren): herhaal voc E+F + Bloc H

Slide 28 - Diapositive