1HVb 26-2-2024 - H4 Lezen - tekstverbanden en signaalwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom bij Nederlands!

Todo:

• liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?
  

Op tafel heb je liggen:

• lesboek
  
• schrift
• pen
• laptop (dicht)

Wat gaan we deze les doen

• Korte herhaling van de vorige hoofdstukken over Lezen
• Uitleg H4, Lezen
• Evt. huiswerk maken

Wat is oriënterend lezen?

1. Je bekijkt de tekst en je leest de eerste alinea.
2. Je leest de hele tekst.
3. Je bestudeert de tekst.
4. Je leest de hele tekst kritisch door.

Hoe vind ik het onderwerp van de tekst?

1. Door oriënterend te lezen.
2. Door globaal te lezen.
3. Door zoekend te lezen.
4. Door precies te lezen.

Het onderwerp van een tekst

1. Vind je door te vragen: wie/wat + persoonsvorm?
2. Geeft in het kort aan waar een tekst over gaat.
3. Vind ik door een tekst helemaal van A-Z te lezen.
4. Geeft in een hele zin aan waar een tekst over gaat.

Ik wil weten welk feest er dit weekend is en lees daarom de buurtkrant. Welke leesstrategie pas ik toe?

1. Oriënterend lezen
2. Globaal Lezen
3. Precies lezen
4. Zoekend Lezen

Wat is globaal lezen?

1. oriënterend lezen en de eerste en laatste alinea van de tekst lezen
2. oriënterend lezen en de eerste en laatste zinnen van alle alinea's lezen

Wat is het doel van de inleiding van een tekst?

1. de aandacht van de lezer trekken en het onderwerp introduceren
2. uitleggen waarom de tekst is geschreven
3. de lezer gunstig stemmen
4. vertellen wat je verder in de tekst kunt verwachten

Hoe maakt een schrijver het onderwerp van de tekst bekend? (meerdere antwoorden mogelijk)

Vaak met een...

1. ... voorbeeld
2. ... (grappige) anekdote
3. ... bijzondere situatie

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

1. Hetzelfde als het onderwerp.
2. Een vraag over de tekst.
3. Een zin die het belangrijkste vertelt over het onderwerp van de tekst.
4. Een hele lange samenvatting over de tekst.

Om de hoofdgedachte van de tekst te vinden, moet ik...

1. ... zoekend lezen
2. ... oriënterend lezen
3. ... precies lezen
4. ... globaal lezen

Lees samen met je buurman/buurvrouw teksten 1 en 2 op blz. 102.

Beantwoord vervolgens vragen 1 en 2. Schrijf de antwoorden in je schrift.

(Let op: vermeld in je schrift: H4, Lezen (blz. 102). Startopdracht.

Na deze lessen kun je

• tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.
• chronologische, opsommende, tegenstellende en toelichtende verbanden in een tekst herkennen. 

Doel

apps.noordhoff.nl

Uitleg H4 Lezen

Blz. 90

Inleiding, middenstuk en slot.

Wat:

Maak opdracht 1 af

Hoe:

In tweetallen.

Klaar?

Ga verder met opdracht 2

Hulp nodig?

Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 

Vraag het de docent als

je het echt niet meer weet.

geel: fluisterniveau 

Overleg met diegene naast je

groen:  fluisterniveau 

Overleg met diegene naast je of vraag het

de docent  

Aan het werk!

Je kunt

• tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.
  
• chronologische, opsommende, tegenstellende en toelichtende verbanden in een tekst herkennen. 

Doel 

Volgende les

Woensdag 28 februari:

Opdracht 1 af.

Lees de theorie van H1 t/m H3, paragraaf Lezen nog eens door.