T2 B1.2 KT

B1.1 De levenscyclus van een plant
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 36 t/m 38
timer
2:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt de 6 stappen benoemen die je zet tijdens een onderzoek
  • Je weet hoe je een verslag in elkaar moet zetten.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

B1.1 De levenscyclus van een plant
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 36 t/m 38
timer
2:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt de 6 stappen benoemen die je zet tijdens een onderzoek
  • Je weet hoe je een verslag in elkaar moet zetten.

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Herhalen
  • Onderzoek - hoe gaat dat?
  • Tijd voor hw
  • Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Je ziet een plantje met zaadlobben. In welk stadium van de levenscyclus is deze plant?
A
Ontkieming
B
Kiemplant
C
Volwassen plant
D
Dat kun je niet weten

Slide 3 - Quiz


Slide 4 - Question ouverte

Wat heb je nodig om een goed experiment te doen?

Slide 5 - Carte mentale

Een experiment/practicum uitvoeren

  • Een volledig onderzoek bestaat uit 6 stappen
  • Als je een verslag schrijft dan houd je deze stappen aan!

Slide 6 - Diapositive

1. Wat wil ik onderzoeken?
Onderzoeksvraag
  • Vraag die beschrijft wat je wil weten/ontdekken
Voorbeelden:
  1. Wat gebeurt er als ik bladeren van een jonge plant afknip?
  2. Ontkiemt een boon in zout water?

Slide 7 - Diapositive

2. Wat veronderstel ik?
Hypothese
  • Wat is het verwachte antwoord op de onderzoeksvraag?
  • Waarom?
Voorbeelden:
  1. Ik verwacht dat de plant dood zal gaan, omdat een plant bladeren nodig heeft om te kunnen leven.
  2. Ik verwacht dat de bonen niet ontkiemen, omdat de bonen niet tegen het zout kunnen

Slide 8 - Diapositive

3. Wat heb ik nodig?
Benodigdheden
  • Lijst van alles wat nodig is om het experiment uit te voeren
Voorbeeld:
  1. 2 bekertjes
  2. 10 bonen
  3. Aarde
  4. Water

Slide 9 - Diapositive

4. Wat ga ik doen?
Experiment
  • Stap voor stap uitvoering van het experiment
  • Waarom op deze manier?
Voorbeeld:
  1. Pak 2 bekers en doe in elke beker 5 bonen, aarde en water
  2. Als de bonen zijn ontkiemd knip ik van beker 1 de bladeren af. Bij 2 laat ik de bladeren zitten zodat ik kan vergelijken.

Slide 10 - Diapositive

5. Wat neem ik waar?
Resultaten
  • Wat is er gebeurd tijdens het experiment?
  • Alleen feiten!
  • Gegevens in een tabel en/of grafiek
Voorbeeld:
  1. De stengel wordt steeds slapper
  2. De plant in beker 1 is dood gegaan na 4 dagen

Slide 11 - Diapositive

6. Welke conclusie kan ik trekken?
Conclusie
  • Antwoord op onderzoeksvraag
  • Verwijs naar resultaten en hypothese
Voorbeeld:
  1. Een jonge plant kan niet leven zonder bladeren. 4 dagen na het afknippen ging de plant dood. Mijn hypothese klopte

Slide 12 - Diapositive

In welke volgorde doe je biologisch onderzoek?
Onderzoeksvraag
Hypothese
Benodigdheden
Experiment
Resultaten
Conclusie

Slide 13 - Question de remorquage

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 36 t/m 38
  • Maken Opdr. 1 t/m 4

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Je hoeft geen vinger op te steken
  • Vragen: tijdens Zf
  • Je bent stil en stoort niemand
  • Je blijft op je plek
timer
5:00

Slide 14 - Diapositive

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 36 t/m 38
  • Maken Opdr. 1 t/m 4

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Je hoeft geen vinger op te steken
  • Vragen : de docent komt langs
  • Je fluistert alleen met de persoon naast je
  • Je blijft op je plek

Slide 15 - Diapositive

Afsluiting
  • Je kunt de 6 stappen benoemen die je zet tijdens een onderzoek
  • Je weet hoe je een verslag in elkaar moet zetten.

Slide 16 - Diapositive