Les 2.3.2 Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Nederlands

Klas 1 KGT - 2.3.2 Lezen

Vandaag in deze les:

Lesafspraken

Stillezen

Terugblik

Lesdoel

Huiswerk nabespreken

Instructie

Aan de slag

Lesafspraken:

• Je hebt respect voor elkaar en je omgeving
• Je hebt de spullen op orde en huiswerk gemaakt
• Je hebt de aandacht bij de les en bent stil wanneer nodig
• Bij samenwerken werk je zachtjes
• Wil je iets vragen of zeggen, steek dan je hand op
• Tassen op de grond, petten/mutsen/jassen/telefoon in kluisje
• Geen eten/drinken/kauwgom

Stillezen

Pak je leesboek, stripboek, etc.

Leg je huiswerk open klaar op de tafel!

Terugblik:

• Gewerkt aan Blok 1
• Toets
• Gestart met blok 2: fictie + lezen

Lezen

Lesdoel: In deze paragraaf leer je:

• wat feiten en meningen zijn.
• feiten en meningen herkennen.
• de moeilijkewoordenwijzer toepassen.
• signaalwoorden herkennen die een opsomming aangeven.

Huiswerk bespreken

1. B je zijn of haar gedachten en gevoelens leest.
2. Je hoeft niet veel te weten en/of in te leven in bijpersonen.
3. van Sebastiaan
4. Sebastiaan
5. A Hij is niet heel erg bang voor Jort.
6. eigen antwoord 

Huiswerk bespreken

5a: Terra, scholiere die van kleding houdt en naar India gaat. Indira woont in India en moete stoppen met school om in een spinnerij te werken.

5b: Het kopen/maken van kleding door kinderen/kinderarbeid in stand houden.

5c: Sociale misstanden: kinderarbeid.

5d: Westerlingen kopen goedkope kleding.

Huiswerk bespreken

5e: Made bij Indi(r)a: land van herkomst. Goedkope kleding vraagt heel veel van kinderen die moeten werken. Het wordt duur betaald.

6a: Het verhaal van Indira

6b: 'Met name het verhaal van Indira is interessant.'

Huiswerk bespreken

6c: 1 feit, 2 feit, 3 feit, 4 mening.

6d: B-C

8a: eigen antwoord.

Aantekening

Moeilijkewoordenwijzer (114)

1.  woord belangrijk voor tekstbegrip? Nee? -> doorlezen
2. Ja? Staat de uitleg in de tekst?
3. Geen uitleg? Probeer betekenis te raden.
4. Lukt het niet? Gebruik een woordenboek.

Aantekening

Signaalwoorden (115)

• signaalwoorden laten het verband zien tussen woorden, zinnen of alinea's.

Opsomming:

• als eerste, bovendien, verder, daarnaast, ook, tot slot.

Aan de slag

Maken opdracht 12 + 13 (118) + 14a+b + 16a (119)

Dit is ook het huiswerk voor de volgende les.

Bedankt voor jullie 

aandacht