4M - L15 P1 - uitleg MO's + start K3

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Herhaling uitleg

MO1 een MO2

Aussprache

Woordenschat en Redemittel

Periode 2

An diesem Freitag: 

Deadline MO1

Am 23. Oktober: SO1

Toetsweek: MO2

-

spreekopdracht 1: Stell dich mal vor!

1

Je wilt je aanmelden voor een zomerbaantje op een grote camping in Zuid-Duitsland. Een vriend(in) van je gaat daar werken omdat zijn/haar oom de eigenaar van de camping is. Het lijkt je wel gezellig om mee te gaan en bovendien heb jij meer ervaring in de sector. Het gaat om een periode van 6 weken en je kunt daar gratis op de camping verblijven gedurende deze tijd. Stel jezelf voor. Leg uit op welke afdelingen jij een bijdrage zou kunnen leveren, bijv. ervaring in de horeca / handig met techniek/ social media / grasmaaien. Je stuurt een videoboodschap om de eigenaar van de camping te overtuigen om jou ook een leuk baantje te geven.

2

Je wilt je aanmelden voor een interessant traineeship in Berlijn bij een grote internationale firma, maar helaas biedt deze firma geen woonruimte aan de trainees. Jij moet dus zelf op zoek naar een kamer in Berlijn. Je komt erachter dat veel appartementen best groot zijn en vaak gedeeld worden om op de huurkosten te besparen. Een gedeelde woning wordt een WG genoemd en het aanbod is groot. Jij hebt een fantastisch appartement vlakbij je werk gevonden en nu wil je je toekomstige huisgenoten overtuigen om jou de sleutel van dit topappartement te geven. Jij wilt graag opvallen en vertelt in een videoboodschap wie je bent en wat voor een huisgenoot jij zult zijn.

Maak een Duits gesproken instructievideo, waarin je iets waar je goed in bent, uitlegt of laat zien. Je stelt jezelf kort voor en je vertelt wat jouw ervaring is met datgene wat je laat zien.  

spreekopdracht 1: stell dich mal vor

3: Maak een Duits gesproken instructievideo, waarin je iets waar je goed in bent, uitlegt of laat zien. Je stelt jezelf kort voor en je vertelt wat jouw ervaring is met datgene wat je laat zien.

Voorwaarden en eisen van de opdracht:

- duur van de video is 4 tot 6 minuten, hiervan moet een groot deel (min 60%) gesproken zijn

- je spreekt Duits

- je spreekt vrij (dus niet voorlezen)

- afhankelijk van het scenario dat je kiest, moeten de opening en afsluiting gepast zijn.

- je stelt jezelf voor

- je moet op de video te zien zijn

- geen luide achtergrondmuziek of -geluiden

- je wordt beoordeeld op woordenschat, grammatica, uitspraak, vloeiendheid en communicatie

- afwijken van de opdracht? Bespreek dat met je docent(e).

- de video wordt ingeleverd in één van de volgende formaten: .mp4/ .avi / .mpeg/ .wma/ .mov

- de video wordt in week 50 (Deadline = vrijdag 17 dec 23:00u) ingeleverd via SOM/ e-mail  

SO1

grammatica en woordjes:

grammaticadeel werkwoorden (eerder al afgesloten)

+

woordjes Kapitel 1 t/m 5

Start Kapitel 3

Kapitel 1:

de weg vragen /wijzen

een kamer boeken in een hotel

Kapitel 2:

treinkaartje kopen & reisinformatie vragen/geven

informatie geven/  vragen rondom attracties

der Aufzug

Nichtraucherzimmer

der Fernseher

Restaurant

die Seife

der Schlüssel

Kleiderreinigung

Bar

Föhn

Haustiere willkommen

Koffer

Minibar

Schwimmbad

Konferenzraum

Solarium

Weet u misschien waar de conducteur is?

1. Wissen Sie vielleicht wo der Schaffner ist?
2. Wissen Sie vielleicht wo der Bahnfahrer ist?

Ik wil graag twee retourtjes naar Berlijn.

1. Ich möchte gern zwei Doppeltfahrkarten zu Berlin.
2. Ich möchte gern zwei Rückfahrkarten nach Berlin.

De trein vertrekt om 10 uur.

Vanaf welk spoor vertrekt de trein?

Musea vind ik helemaal niet leuk.

spreekopdracht 2 (MO2)

nog in te plannen - tijdens toetsweek

Hoe spreek je de 's' uit in woorden als 'See' en 'Sommer'?

1. als een s
2. als een z
3. als ts
4. als sj

Hoe spreek je de 'g' uit in woorden als 'gerne' en 'Geld'?

1. gewoon als onze g
2. als sch
3. als een k
4. als de Engelse g in 'garden' en 'girl'

Hoe spreek je 'ä' uit?

1. als a of aa
2. als e of ee
3. als aj
4. als eu

Hoe spreek je 'u' uit?

1. als [uu] in vuur
2. als [oo] in boot
3. als [oe] in boek
4. als [ui] in huis

Hoe spreek je het volgende woord uit:
'vierzehn'?

1. [vierzeen]
2. [vierzen]
3. [viertseen]
4. [viertsen]

Hoe spreek je het volgende woord uit: 'schön'?

1. [schoon]
2. [scheun]
3. [scheun]
4. [sjeun]

Hoe spreek je het volgende woord uit: 'weiß'?

1. [waib]
2. [waip]
3. [waitz]
4. [wais]

a - kort   →   Katze

a - lang  →  Bahn

o - kort   →  Bonn

o - lang →  Boot

u  - kort  →  kurz
u  -  lang   →  Huhn

e  - kort   →   denn
e  - lang   →   drehen

ä  - kort  → Märchen

ä   - lang   → Käse

ö  -  kort  → völlig

ö  - lang → hören

ü - kort  → Hülle

ü  -  lang  →  Tüte

i  - kort  → ich

i(e)  - lang  → liebe

y  →  Typ

maar niet in leenwoorden!

(Hobby / Baby)

ei → reisen

au  →  Haus

aü  → Häuser

eu → Heute

G-klanken

begin van het woord? Goodbye

Ach-Laute

Ich-Laute

Z → Zaun

s  → sie

sp  → spielen

sch  → Schiff

Tips

- luister / check hoe iets wordt uitgesproken

- maak de lange klinkers ook echt lang

- na een K / P / T een extra H uitspreken

- vermijd Engels!