Herhalen Lezen H1 & H4

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Lezen

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

1. Door oriënterend te lezen.
2. Door globaal te lezen.
3. Door precies te lezen.
4. Door zoekend te lezen.

Hoe lees je globaal?

Wat zijn de twee functies van een inleiding van een tekst?

1. Uitleg over de titel en conclusie geven.
2. Deelonderwerpen toelichten en aandacht trekken.
3. Inhoudsopgave geven en aandacht trekken.
4. Onderwerp introduceren en aandacht trekken.

Planning

Openen (10)

Lezen H1 en H4 (20)

Aan de slag! (20)

Afsluiten (10)

Lezen H1

Ik kan onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken.

Ik kan kernzinnen herkennen in een tekst.

Waar kun je hoofdzaken vinden?

1. Inleiding en slot
2. Slot
3. Inleiding, middenstuk en slot
4. Middenstuk

Inleiding

- Bestaat meestal uit 1 alinea.

- Onderwerp wordt geïntroduceerd.

- Nieuwsgierig maken.

Middenstuk

- Bestaat meestal uit meerdere alinea's.

- Deelonderwerpen worden toegelicht.

- Let op signaalwoorden/verbanden.

Slot

- Bestaat meestal uit 1 alinea.

- Afronden tekst met conclusie/samenvatting.

Hoofdzaken gehele tekst

Hoofdzaken gehele tekst

Hoofdzaken per alinea

Wat is een kernzin?

1. Een zin die de hele tekst samenvat.
2. Een zin die de inleiding samenvat.
3. Een zin die uitleg geeft over het onderwerp.
4. Een zin die de hoofdzaak van een alinea geeft.

kernzin

In een alinea staat bijna altijd een kernzin=

de belangrijkste informatie van de alinea:

• Vaak is de kernzin de eerste zin van de alinea.
• De andere zinnen zijn een toelichting (uitleg of voorbeeld) bij de kernzin.

Kernzin

LET OP! De kernzin is vaak de eerste zin in de alinea, maar niet altijd!

--> Tekst gaat over het ontmoeten van mensen.

(Alinea)

Er is nog een manier om mensen te ontmoeten. Je kunt mensen ook leren kennen via een datingapp. Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla.

Kernzin

LET OP! De kernzin is vaak de eerste zin in de alinea, maar niet altijd!

--> Tekst gaat over het ontmoeten van mensen.

(Alinea)

Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla Bla. Deze manier van het ontmoeten van mensen is ook populair. Je leert ze kennen via een datingapp. 

Waarom is dit belangrijk?

- Door hoofd- en bijzaken te onderscheiden, leer je wat de rode draad is in een tekst.

- Door de rode draad van een tekst te vinden, ben je eigenlijk aan het samenvatten.

Lezen H4

Ik kan een standpunt herkennen in een tekst.

Ik kan een argument herkennen in een tekst.

Waar vind je het standpunt in een tekst?

1. Inleiding
2. Middenstuk
3. Slot

Hoe herken je een standpunt?

Standpunt: Ik vind dat er minder huiswerk opgegeven moet worden.

Bedenkt een argument bij dit standpunt.

Standpunt

Een standpunt is iets wat iemand vindt of juist niet vindt.

- Ik vind dat de kantine gezondere producten moet aanbieden.

- 'TikTok' is meer voor kinderen die ouder zijn dan 12 naar mijn mening.

Signaalwoorden: Ik vind, lijkt mij, volgens mij, naar mijn mening.

- Je vindt het standpunt meestal in de inleiding.

Argument

Een reden waarom jij iets vindt (een standpunt in neemt).

Ik vind dat er minder huiswerk opgegeven moet worden.

OMDAT leerling geen tijd meer voor hun zelf hebben na school.

Signaalwoorden: Omdat, want, namelijk , immers, (ten eerste, ten tweede, etc.)

- Je vindt argumenten meestal terug in het middenstuk.

Om wat voor tekstdoel en tekstsoort gaat dit eigenlijk?

(Standpunt in nemen en argumenten toelichten)

1. Artikel
2. Nieuwsbericht
3. Reclamefolder
4. Betoog

Aan de slag!

Maak de opdrachten bij de tekst: Dierentuinen zouden moeten sluiten. (Zie classroom)

- Hoe? Maak een kopie van het document en zet je antwoorden daarin. 

- Tijd: 20 minuten

- Hulp: Je mag samenwerken.

- Klaar? Bestuderen Lezen H2 en H3.