A2T week 40.

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Wat gaan we doen deze les?

- Korte uitleg verwijswoorden (kennis opfrissen) 

- Quiz om je kennis voor het s.o. te testen

- Vooruitblik morgen

Op welk tekstverband wijzen de signaalwoorden maar, toch en echter?

1. Opsommend verband
2. Tegenstellend verband
3. Samenvattend verband
4. Toelichtend verband

Op welk tekstverband wijzen de signaalwoorden want en omdat?

1. Opsommend verband
2. Vergelijkend verband
3. Concluderend verband
4. Redengevend verband

Welk tekstverband zie je in dit stukje tekst?

Allereerst moeten de ouders aangesproken worden. Daarnaast ligt er een taak voor de school.

1. Opsommend
2. Tegenstellend
3. Vergelijkend
4. Oorzakelijk

In welke zin wijzen de signaalwoorden op een chronologisch/ tijdsvolgorde verband?

1. Ik wil langskomen, maar ik heb helaas geen tijd.
2. Ik ga eerst sporten, daarna kom ik langs.
3. Ik kom langs, omdat ik daar zin in heb.
4. Ik kom samen met mijn moeder op bezoek.

Welk tekstverband zie je tussen de alinea's?

Aan welke signaalwoorden zie je dat?

Wat is het tekstdoel van deze tekst?

1. Amuseren
2. Informeren
3. Overtuigen
4. Activeren

Wat is de tekstvorm van deze slide?

1. Advertentie
2. Betoog
3. Opsommend
4. Vergelijkend

Wat is het tekstdoel van deze slide?

1. Informeren
2. Activeren
3. Amuseren
4. Advertentie

De hoofdgedachte van een betogende tekst bestaat altijd uit een .....(1), meestal gevolgd door een ......(2)
1=
2=

De leerlingen hebben een reclamefilmpje gemaakt. Ze zijn erg tevreden over het resultaat. 

Wat is het  verwijswoord in deze zin?   1=

Waar wordt naar verwezen?                   2=

Wat gaan we morgen doen?

Les 1 en 2:  Start met nieuw hoofdstuk

-Kenmerken verslag + weblog

- Juiste werkwoordstijl

-Formuleerkwesties

Les 2: Verder met lesstof uit les 1

Uitleg opdracht bij lezen+ zelfstandig lezen