dit of dat

dit of dat
Dit<  
Dat> 
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1Leerroute 2Leerroute 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

dit of dat
Dit<  
Dat> 

Slide 1 - Diapositive

DE EERSTE 10 MINUTEN
JULLIE KRIJGEN ALLEMAAL EEN BLAADJE

JE SCHRIJFT IN STILTE MINIMAAL 4 STELLINGEN OP
MAAK ER ZOVEEL ALS JE KAN

Slide 2 - Diapositive

LIEVER EEN BEROEMDE ZANGER ONTMOETEN
LIEVER EEN ACTEUR ONTMOETEN

Slide 3 - Diapositive

ERGENS GEDROPT WORDEN MET EEN PAPIEREN KAART
10 DAGEN OP EEN ONBEWOOND EILAND ZITTEN

Slide 4 - Diapositive

EEN ARM VERLIEZEN
EEN BEEN VERLIEZEN

Slide 5 - Diapositive

EEN VLIEGTUIG BESTUREN
EEN GROOT SCHIP BESTUREN

Slide 6 - Diapositive

PIZZA
FRIET

Slide 7 - Diapositive

SHOPPEN
VOETBALLEN

Slide 8 - Diapositive

NETFLIX
SPOTIFY

Slide 9 - Diapositive

LIEVER ONZICHTBAAR ZIJN
LIEVER GEDACHTES KUNNEN LEZEN

Slide 10 - Diapositive

1 MILJOEN EURO
ELKE MAAND 10.000, 20 JAAR LANG

Slide 11 - Diapositive

DIEPZEE DUIKEN
PARACHUTE SPRINGEN

Slide 12 - Diapositive

DROOMBAAN
DROOMAUTO

Slide 13 - Diapositive

Je hebt een permanente pisvlek in je broek
je houdt een afscheidsspeech voor elke drol voordat je ‘m doorspoelt

Slide 14 - Diapositive

bij elk zebrapad moet je galopperend als een zebra oversteken
bij groen licht mag je pas vertrekken als er achter je wordt getoeterd of gebeld

Slide 15 - Diapositive

je moet elke ochtend een halve liter lauw bier drinken
je moet elke ochtend bootcampen tussen 6 en 8

Slide 16 - Diapositive

je moet anderhalve meter afstand houden van alle kerstlekkernijen
elke keer als je in de kerstvakantie het woord ‘corona’ hoort, zing je een kerstliedje in je onderbroek

Slide 17 - Diapositive

als je een eend ziet moet je overgeven
je hebt een snavel i.p.v. een navel

Slide 18 - Diapositive

je zingt alles wat je zegt
je beweegt in slow motion (je praat wel normaal)

Slide 19 - Diapositive

als het regent moet je heel hard huilen (ook als je binnen bent)
als het regent moet je heel hard huilen (ook als je binnen bent)

Slide 20 - Diapositive

elke spin die je ziet, moet je opeten
elke lantaarnpaal waar je langsloopt moet je innig knuffelen

Slide 21 - Diapositive

als je uitgaat kijken je ouders mee via een livestream
je moet je vader bellen om toestemming te vragen om met iemand te zoenen

Slide 22 - Diapositive

je probeert altijd te crowdsurfen als je een groep van minimaal 10 mensen ziet
je moet altijd een uur in de rij staan voor je kunt douhen

Slide 23 - Diapositive

Ge woont in een frietkot
ge adt elke ochtend een trippelke

Slide 24 - Diapositive

je mag alleen nog maar galakleding dragen
je gaat altijd rechtstreeks uit je bed de deur uit

Slide 25 - Diapositive

als je jaloers bent, word je groen
je ziet alles door een roze bril

Slide 26 - Diapositive

je moet eerst spijkerpoepen voordat je echt mag poepen 
je kunt alleen eten als het door iemand je mond in wordt gesjoeld

Slide 27 - Diapositive

je moet 1 uur linedancen voordat je mag eten 
je moet een maand lang verkleed als paard undercover op een manege doorbrengen

Slide 28 - Diapositive

je houdt wekelijks een vrijmibo met je schoonouders
telkens als je telefoneert moet je brullen i.p.v. praten

Slide 29 - Diapositive

je moet altijd in je eentje voor de spiegel eten
je smeert dagelijks al je gewrichten in met smeerolie

Slide 30 - Diapositive

je mag ergens pas weg gaan als iemand het letterlijk aan je vraagt
elke keer als je lacht wordt er 1 euro van je bankrekening afgeschreven

Slide 31 - Diapositive

al je kleren zijn 3 maten te klein
je zegt alles 2 keer

Slide 32 - Diapositive

alleen bij een uitademing mag je één stap vooruit zetten
ls je zit moet je altijd in lotushouding zitten

Slide 33 - Diapositive

je hoort in elk gesprek de ander met 10 seconden vertraging
er lopen altijd 10 mieren over je lichaam

Slide 34 - Diapositive

Je moet elke dag 10 velletjes kinderpostzegels verkopen
als je naar bed gaat, moet je death metal luisteren tot je in slaap valt

Slide 35 - Diapositive

één keer per week wordt je hele vloer ingesmeerd met een laagje smeuïge pindakaas
al je meubels en spullen worden één keer per week ingepakt in witte stof

Slide 36 - Diapositive

elke keer dat je in de supermarkt bent, moet je een pot bieten kapot gooien
als je boodschappen doet, probeer je altijd af te dingen bij de kassa

Slide 37 - Diapositive

je wordt elke dag wakker met wake me up before you go GO van Wham
je spuit elke dag een bus haarspray in je haar

Slide 38 - Diapositive

je hebt altijd een zwerm vliegen rond je hoofd
je neemt altijd een kliko mee als je boodschappen doet

Slide 39 - Diapositive

wanneer je loopt, draag je een dienblad
je moet op al je eten sabbelen

Slide 40 - Diapositive

gebruik de stellingen die je hebt opgeschreven

Slide 41 - Diapositive