schrijven 3TL

Welkom bij Nederlands
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Grammatica: zinsbouw oefenen
  • spelling oefenen
  • resultaten zakelijke e-mail
  • briefconventies doornemen 

Slide 2 - Diapositive

De leerling behaalde een voldoende voor zijn toets.
Welk zinsdeel is 'behaalde'?

Slide 3 - Question ouverte

De leerling/ behaalde/ een voldoende/ voor zijn toets.

Slide 4 - Diapositive

Maak een zin met het werkwoord 'behalen' als een voltooid deelwoord.
gebruik de woorden: leerling en toets

Slide 5 - Diapositive

Maak een zin met het werkwoord 'behalen' als bijvoeglijk naamwoord.
Gebruik de woorden: voldoende en leerling

Slide 6 - Diapositive

De behaalde voldoende /had /de leerling /niet/ verwacht.
infinitief: behalen
persoonsvorm: ik behaal - hij behaalt - ik behaalde
voltooid deelwoord: hij heeft behaald
bijv. nw: behaalde (zegt iets over een zelfst. nw)

Slide 7 - Diapositive

spelling: leestekens
De komma zet je:
1. voor de voegwoorden: maar, want, omdat en bij voegwoorden in een samengestelde zin zoals: dus, terwijl, nadat etc.
2. tussen twee werkwoorden (gezegdes)
3. in een opsomming
4. bij woordjes als: 'toch', 'oké', 'hoor' of na een naam als iemand geroepen wordt.

Slide 8 - Diapositive

Welke zin is goed?
a. Ik ben zaterdag 17 april, met mijn familie wezen eten In uw resteaurant.
b. Ik ben zaterdag 17 april met mijn familie wezen eten In uw resteaurant.

Slide 9 - Question ouverte

Welke spelling fouten zie je?
Het eten is ook verschrikkelijk lekker. En het is ook veel, Je krijgt waarvoor je betaald.

Slide 10 - Question ouverte

Het eten is ook verschrikkelijk lekker. En het is ook veel, Je krijgt waarvoor Je betaald.
Het eten is ook verschrikkelijk lekker. Het is ook veel. Je krijgt waarvoor je betaalt(pv).
Het eten is ook heel erg lekker en veel. Je krijgt waarvoor je hebt betaald(vd).
of:
Bovendien is het eten heel erg lekker en je krijgt ook heel veel. Je krijgt, waarvoor je betaalt(pv).

Slide 11 - Diapositive

Waar ontbreekt de komma?
Punt 2 waar ik niet zo blij om ben is het feit dat ik geen doggybag heb gekregen.

Slide 12 - Question ouverte

Waar moet een komma?
Omdat jullie veel eten geven kan het soms te veel eten zijn voor sommige.

Slide 13 - Question ouverte

Waar moet de komma?
Nu het paar dagen later is besloot ik dit toch even te melden omdat ik vaker wil gaan terug komen met mijn familie.

Slide 14 - Question ouverte

resultaten zakelijke e-mail
  • opbouw brief gaat al goed
  • formeel taalgebruik gaat goed
  • meer aandacht voor spelling en zinsbouw 

Slide 15 - Diapositive

veel andere gemaakte fouten:
  •  2 --> twee
  •  u of uw?  Uw= bezittelijk vnw (uw ober, uw restaurant)
       U= pers. vnw (U moet doggybags uitdelen.)
  •   En ik wil...   
         Maar ik ...   
  •  , en    
  •  restaurant heerlijk: naam --> Heerlijk

Slide 16 - Diapositive

de zakelijke brief
  • wat is het verschil tussen een brief en een e-mail?
  • bekijk blz. 124 van je A-boek (H2.4)
  • waarom gebruik je twee witregels tussen betreft en aanhef
  • Maak opdracht 2 (blz. 25) online

Slide 17 - Diapositive

morgen:
  • resultaat zakelijke e-mail bekijken
  • aandachtspunten opschrijven
  • start oefenen met de briefconventies 

Slide 18 - Diapositive

Zakelijke brief
Doel:
  • Je weet de briefconventies en kan ze toepassen
  • Je weet hoe je de brief moet indelen

Slide 19 - Diapositive

wat is de indeling van een zakelijke brief?
Schrijf dat op.

Slide 20 - Diapositive

Maak je brief-opdracht af
  • Let goed op de brief-indeling.
  • Controleer elke zin op zinsbouw en spelling. 
  • Controleer extra goed op het komma-gebruik.

Slide 21 - Diapositive

Wat klopt er niet aan deze zin?
'Ik werdt uitgelachen in mijn gezicht, toen werd ik genegeerd en loopt hij weg.'

'Ik heb er voor betaald, en vind dat ik het mee moet krijgen.'

'Ik hoop dat u met u ober hierover gaat praten.'
Zou u binnen 2 weken kunnen reageren?

Slide 22 - Diapositive

Tips voor de brief:
  1. Bekijk alle punten in de opdracht die genoemd moeten worden en deel ze in alinea's in.
  2. Zodra je iets genoemd hebt, vink je dat af in de opdracht.
  3. Soms kan je zinnen uit de casus gewoon herhalen in je brief.
  4. Moeilijke woorden en namen kan je uit de opdracht overnemen. --> scheelt spelfouten 

Slide 23 - Diapositive

5. Bekijk daarna per zin hoe de zinsbouw in elkaar zit: wissel korte zinnen af met samengestelde zinnen. Maak ze niet te lang!!!!!
6. Daarna zin voor zin de komma's en andere leestekens.
7. Daarna let je op de werkwoordspelling en overige woorden.
8. Leer de briefconventies (opstelling) uit je hoofd.
9. Schrijf niet teveel, dat scheelt je spelfouten.

Slide 24 - Diapositive

artikel
Doel: 
  • je weet wat een artikel is
  • je weet hoe je een artikel moet schrijven

Slide 25 - Diapositive

wat gaan we doen:
1. Theorie doornemen
2. Start met het schrijven van een artikel

Slide 26 - Diapositive

Hoe is een artikel opgebouwd?
1.
2.
3.
4.
5.

Slide 27 - Diapositive

titel
inleiding
kern
slot
jouw naam

Slide 28 - Diapositive

Welke informatie moet er in de inleiding staan?

  • moet je jezelf voorstellen of niet?
  • de aanleiding voor dit artikel: de discussie in de klas (hou het kort)
  • eindig de inleiding met de vraag:  zijn bijbaantjes nuttig of niet?

Slide 29 - Diapositive

Wanneer begin je in de kern met een nieuwe alinea?
Haal je informatie uit de opdracht ( de casus) en verzin zelf de rest van de tekst die je moet bespreken.
Kijk welke informatie je in een nieuwe alinea gaat zetten en wat er bij elkaar kan staan.

Slide 30 - Diapositive

slot:  hoe?
  • een conclusie of samenvatting van de inhoud geven;
  • een advies of waarschuwing geven. 

In de inleiding stel je jezelf een vraag. Wat schrijf je dan in je slot?

Slide 31 - Diapositive

Lees de opdracht 
Welke informatie zet je welke alinea?

Slide 32 - Diapositive

start met schrijven
Duur: twee lesuren

Slide 33 - Diapositive

Schrijven: artikel
Doel: Je weet wat congruentiefouten zijn
Je weet wat je aan jouw artikel nog kan verbeteren

Slide 34 - Diapositive

congruentiefouten
Wat klopt er niet aan de volgende zinnen:
'Een bijbaantje hoeven je schoolprestaties niet te benadelen.'

'Bijbaantje zijn wel nuttig, maar...'

Slide 35 - Diapositive

benoem de zinsdelen
Een bijbaantje hoeven je schoolprestaties niet te benadelen.

Slide 36 - Diapositive

Een bijbaantje/ hoeft/ je schoolprestaties/ niet/ te benadelen.
        o                       pv+wg           lv                             bwb       wg

Slide 37 - Diapositive

congruentie
Als het onderwerp in het meervoud/enkelvoud staat, moet de persoonsvorm ook in het meervoud/enkelvoud staan. Dit heet congruentie.

Bekijk de uitleg op blz. 204

Slide 38 - Diapositive

Wat gaan we doen:
Maken H5.4 (blz. 199):
1
2a 
3a +d
4
5

Slide 39 - Diapositive

Artikel - laatste les

Slide 40 - Diapositive

Hoe pak je de opdracht aan?
1. Lees de opdracht minstens 2 x door;
2. Onderstreep zinnen die je goed kunt gebruiken;
3. Maak een alinea verdeling!
4. Werk punt voor punt uit. Bekijk later of je nog wat extra zinnen wilt toevoegen.
5. Kijk zin voor zin op spelling en zinsbouw na.
6. Mail je artikel via Magister naar mij!
7. Tel het aantal woorden. Zijn het er genoeg?

Slide 41 - Diapositive

wat ga je oefenen?
Bekijk het oefen-artikel en schrijf in elke alinea er nog wat tekst bij. Vooral bij het slot, want dat is nog wat te kort.

Slide 42 - Diapositive