M2 par 1.1 - Geschiedenis van computers

De geschiedenis van computers


1830 tot nu

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De geschiedenis van computers


1830 tot nu

Slide 1 - Diapositive

Opdrachten bij de les over de vier computergeneraties

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kan per computergeneratie een uniek kenmerk benoemen

  • Je kent de periode die hoort bij een computergeneratie

  • Je kan in je eigen woorden uitleggen wat er gebeurde na de invoering van de microprocessorchip

Slide 3 - Diapositive

de 'nulde generatie' computers
In 1833 ontwierp Charles Babbage een machine die wordt gezien als de grondlegger van de computer, de Difference Engine. Het was een mechanische rekenmachine die kon optellen.
Rond 1880 vond Herman Hollerith de ponskaart uit. Dit was een kaart met gaatjes die door een machine uitgelezen kon worden. Een draaiorgel werkt bijvoorbeeld op deze manier.

Slide 4 - Diapositive

de 'nulde generatie' computers
De nulde generatie wordt gezien als voorganger van de 'echte' en wordt daarom de 'nulde generatie' genoemd. 

Slide 5 - Diapositive

De eerste generatie computers
De eerste generatie computers is de periode van 1940 tot 1955.

De computers uit deze generatie bestonden uit elektronenbuizen. De elektronenbuizen dienden als schakeleenheden. De elektronenbuizen zagen er ook wel uit als 'lampen'.

De elektronenbuizen werkten als het geheugen van een computer. Deze kon aan of uit staan (binaire stelsel, tellen met 0 en 1).

Slide 6 - Diapositive

De eerste generatie computers
De eerste generatie computers waren zo groot als een klaslokaal. Dit kwam doordat één computer tot wel 18.000 elektrodenbuizen kon bevatten.

Een groot probleem van deze generatie computers is dat de elektrodenbuizen regelmatig kapot gingen. Als er een elektrodenbuis stuk was moest de hele computer worden uitgezet om deze te vervangen.

Slide 7 - Diapositive

De eerste generatie computers valt in de periode van de Tweede Wereldoorlog. Waarom vond men juist in deze periode een 'echte' computer uit?
timer
1:00

Slide 8 - Question ouverte

De tweede generatie computers
De tweede generatie computers is de periode van 1955-1965.

De elektrobuizen uit de eerste generatie computers werden vervangen door transistoren.

Transistoren hebben verder dezelfde werking als elektrobuizen. Ze kennen alleen een 'aan' en 'uit' stand.


Slide 9 - Diapositive

De tweede generatie computers
Transistoren hadden voordelen boven elektrobuizen:

1. Een transistor is veel kleiner
2. Een transistor gebruikt veel minder stroom
3. Een transistor wordt minder warm
4. Een transistor is veel berouwbaarder

Slide 10 - Diapositive

Met de komst van transistoren ontstonden de eerste draagbare radio's. Waarom ontstonden deze pas met de komst van transistoren?
timer
1:00

Slide 11 - Question ouverte

De derde generatie computers
De derde generatie computers is de periode van 1965-1975.

Integrated circuit (IC's) werden ontwikkeld. IC's zijn beter bekend onder de naam chip. Het is een dun schijfje van een paar vierkante milimeter met daarop zeer kleine schakelingen van transistoren.

Slide 12 - Diapositive

De vierde generatie computers
De vierde generatie computers is de periode vanaf 1975.

De onderdelen van een chip worden nog kleiner. De microprocessorchip is geboren. Naast dat de transistoren op de chip erg klein zijn geworden bevast een microprocessorchip een complete processor (aansturing). De chip zelf kan gezien worden als een computer.

Slide 13 - Diapositive

De vierde generatie computers
Gordon Moore, een van de oprichters van chipfabrikant Intel, stelde in 1965 dat het aantal transistors in een geïntegreerde schakeling door de technologische vooruitgang elke twee jaar verdubbelt.

Zijn stelling wordt ook wel de Wet van Moore genoemd.

Moore heeft inmiddels aangegeven dat zijn stelling niet lang houdbaar meer is. We lopen momenteel tegen technologische en fysieke grenzen aan.

Slide 14 - Diapositive

De vierde generatie computers
Een van de eerste computers uit 1943 telde tot wel 18.000 elektrobuizen en was zo groot als een klaslokaal.

Een van de eerste microprocessorchips, de Intel 8080 uit 1971, telde 4.500 transistoren en was ongeveer 20mm2 


Vraag:
Hoeveel transistoren telde de microprocessorchip Intel Xeon 5160 uit 2006 met een afmeting van 143mm2?

Slide 15 - Diapositive

Hoeveel transistoren telde de microprocessorchip Intel Xeon 5160 uit 2006 met een afmeting van 143mm2?

Slide 16 - Question ouverte

De vierde generatie computers
Een vergelijking in het aantal het aantal transistoren in een microprocessorchip door de jaren heen:

1974 Intel 8080: 4.500
1989 Intel 80486: 1.000.000
1993 Intel Pentium: 3.100.000
1997 Intel Pentium II: 7.500.000 
1999 Intel Pentium III: 9.500.000
2006 Intel Xeon 5160: 291.000.000
2008 Intel Core i7: 731.000.000
2016 Intel 10-Core i7: 3.200.000.000

Slide 17 - Diapositive

Geef een reden waarom computers van de vierde generatie pas interessant werden voor persoonlijk gebruik.
timer
1:00

Slide 18 - Question ouverte

Kenmerk per generatie
  • Kenmerk 1e generatie:
  • --> Elektronenbuizen

  • Kenmerk 2e generatie:
  • --> Invoering transistoren

  • Kenmerk 3e generatie:
  • --> Integrated circuit (IC's) / chips

  • Kenmerk 4e generatie
  • --> Microprocessorchip

Slide 19 - Diapositive

Noem een onderdeel van de theorie die je moeilijk vond.

Slide 20 - Question ouverte

Noem twee voordelen die de tweede generatie computers hadden ten opzichte van de eerste generatie computers.

Slide 21 - Question ouverte

Van wanneer tot wanneer liep de derde generatie computers?
A
1940-1955
B
1955-1965
C
1965-1975
D
1975-1985

Slide 22 - Quiz

Kenmerkend voor een computer van de vierde generatie is
A
IC's
B
Radiobuizen
C
Transistors
D
Microprocessorchips

Slide 23 - Quiz

Twee beweringen:
1: De afkorting IC staat voor integrated circuit en hiermee bedoelen we een chip.
2: De allereerste computers waren veel groter, omdat de chips destijds veen groter waren.
A
1 en 2 zijn juist
B
1 is juist, 2 is onjuist
C
1 is onjuist, 2 is juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 24 - Quiz

Opdracht: verkoop een oude computer!
De vier generaties computers zijn tijdens de theorie besproken. Hieronder staan een aantal oude computermodellen. Kies één model uit en stel daarvoor een advertentie op die destijds gebruikt zou kunnen zijn om het computersysteem aan te prijzen. Leg in de advertentie de nadruk op de nieuwe eigenschappen waardoor het systeem alle vorige systemen overtreft. Besteed onder meer aandacht aan de manier waarop de gegevens opgeslagen werden, de basistechniek, de grootte en de kosten.

De modellen waaruit je kan kiezen
ENIAC, UNIVAC (uit de tweede generatie), IBM1401, Commodore 64 of IBM PC XT

Maak de advertentie in MS Word en lever deze in via Google Classroom.

Slide 25 - Diapositive

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 26 - Question ouverte

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 27 - Question ouverte