Huiswerkoverhoring 2.1+2.2

Bevolkingsgroei veroorzaakt door een hoger geboortecijfer is......
A
Natuurlijke bevolkingsgroei
B
Sociale bevolkingsgroei
C
Positieve bevolkingsgroei
D
Demografische bevolkingsgroei
1 / 20
suivant
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Bevolkingsgroei veroorzaakt door een hoger geboortecijfer is......
A
Natuurlijke bevolkingsgroei
B
Sociale bevolkingsgroei
C
Positieve bevolkingsgroei
D
Demografische bevolkingsgroei

Slide 1 - Quiz

Op welke manier groeit een bevolking?
(slechts één antwoord is goed!)
A
geboortecijfer-sterftecijfer=
B
immigratie- emigratie=
C
natuurlijke bevolkingsgroei- sociale bevolkingsgroei=
D
natuurlijke bevolkingsgroei + sociale bevolkingsgroei=

Slide 2 - Quiz

Maak af: geboorte-sterfte=
A
natuurlijke bevolkingsgroei
B
sociale bevolkingsgroei
C
sterftecijfer
D
geboortecijfer

Slide 3 - Quiz

Bekijk de bron. Welke uitspraak, op basis van de gegevens uit de bron, juist?
A
Een negatieve natuurlijke bevolkingsgroei en een negatieve sociale bevolkingsgroei.
B
Een negatieve natuurlijke bevolkingsgroei en een positieve sociale bevolkingsgroei.
C
Een positieve natuurlijke bevolkingsgroei en een negatieve sociale bevolkingsgroei.
D
Een positieve natuurlijke bevolkingsgroei en een positieve sociale bevolkingsgroei.

Slide 4 - Quiz

Maak af: immigratie-emigratie=
A
natuurlijke bevolkingsgroei
B
verhuizen
C
sociale bevolkingsgroei
D
migratie

Slide 5 - Quiz

Wat is de gemiddelde sociale bevolkingsgroei per dag in Nederland?
A
50
B
205
C
255
D
1125

Slide 6 - Quiz

Het gemiddelde aantal mensen per km2 is
A
Bevolkingsdichtheid
B
Bevolkingsspreiding

Slide 7 - Quiz

Deze kaart gaat over:
A
Bevolkingsdichtheid
B
Bevolkingsspreiding
C
beide zijn correct.
D
beide zijn fout.

Slide 8 - Quiz

De bevolkingsdichtheid is het hoogst in Groningen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

De bevolkingsdichtheid is in het Oosten van de VS het hoogst.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Badr komt in Nederland wonen. Is hij in Nederland een emigrant of immigrant?
A
emigrant
B
immigrant

Slide 11 - Quiz

Iedereen die verhuist is een emigrant.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Iemand die Nederland verlaat om in Spanje te wonen is ....
A
zowel een immigrant als een emigrant
B
is alleen immigrant
C
is alleen emigrant

Slide 13 - Quiz

De bevolkingspiramide toont een
A
afnemende bevolking
B
gelijkblijvende bevolking
C
een groeiende bevolking

Slide 14 - Quiz

Bekijk de bevolkingspiramide.
Welk woord past het beste
bij deze piramide?
A
Bevolkingsafname
B
Bevolkingstoename

Slide 15 - Quiz

Welke bevolkingsgrafiek hoort bij Nederland (2019)?
A
bevolkingsgrafiek A
B
bevolkingsgrafiek B
C
bevolkingsgrafiek C
D
bevolkingsgrafiek D

Slide 16 - Quiz

Welke bevolkingsgrafiek(en) hoort/horen bij een arm land?
A
alleen nr. 1
B
nr. 1 en 2
C
nr. 3
D
nr. 2 en 3

Slide 17 - Quiz

Deze uitspraak: Ik woon sinds 1965 in Nederland. Hier was meer werk dan in Italië.
A
asielzoeker/vluchteling
B
arbeidsmigrant
C
gezinshereniging
D
gezinsvorming

Slide 18 - Quiz

Noem de redenen waarom de gezinnen in een arm land vaak zo groot zijn.

Slide 19 - Question ouverte

Er zijn meestal dringende redenen om te migreren.
Welke?


Slide 20 - Question ouverte