-
woordgebruik en woordenschat: gebruik uitdrukkingen, complexe voorzetsels, varieer in formulering
- spelling, interpunctie en grammatica: correcte spelling, gebruik leestekens correct . , : ; ? ! "
- leesbaarheid: zet een titel en je naam boven of onder je artikel, bericht, oproep of verslag, maak juiste alinea's, gebruik witregels, maak zo nodig tussenkopjes
zorg bij correspondentie (brief, e-mail) voor correcte toepassing van briefconventies zoals aanhef, onderwerp etc.