H6 Nederland: klimaat en duurzaamheid oefenopdrachten A

Klimaatgrafiek Nederland
Welk klimaatgrafiek hoort bij Nederland?

(Let op, strikvraag.
Bekijk de grafieken goed!)
1 / 33
suivant
Slide 1: Question de remorquage
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Klimaatgrafiek Nederland
Welk klimaatgrafiek hoort bij Nederland?

(Let op, strikvraag.
Bekijk de grafieken goed!)

Slide 1 - Question de remorquage

Gevolgen klimaatverandering
         Zomer
        Winter
Temperatuur

Neerslag

Zeespiegel

Warmer
Zachter
Minder
Meer
Stijgt
Stijgt

Slide 2 - Question de remorquage

Gevolgen van klimaatverandering in Nederland: in de winter hoger / lager debiet in de rivieren.

A
hoger
B
lager

Slide 3 - Quiz

Gevolgen van klimaatverandering in Nederland: in de zomer hoger / lager debiet in de rivieren.
A
hoger
B
lager

Slide 4 - Quiz

Gevolgen van klimaatverandering in Nederland:
meer / minder regen in Nederland.

A
meer
B
minder

Slide 5 - Quiz

Gevolgen van klimaatverandering in Nederland: vaker / minder vaak op natuurijs kunnen schaatsen.

A
vaker
B
minder vaak

Slide 6 - Quiz

Gevolgen van klimaatverandering in Nederland:
meer / minder stortbuien in de zomer.

A
meer
B
minder

Slide 7 - Quiz

Gevolgen van klimaatverandering in Nederland:meer / minder verdamping van water in de zomer.

A
meer
B
minder

Slide 8 - Quiz

Drie Nederlandse rivieren:
Maas
Rijn
IJssel

Slide 9 - Question de remorquage


         Absolute         zeespiegelstijging


          Relatieve 
 zeespiegelstijging

Zeespiegelstijging

Slide 10 - Question de remorquage


A
Zomerdijk
B
Winterdijk
C
Uiterwaarde
D
Kribben

Slide 11 - Quiz

Winterdijk
Zomerdijk
Uiterwaard
Kribben

Slide 12 - Question de remorquage

Sleep de oplossingen om de rivier de ruimte te geven naar de juiste plaats.
Dijkverhoging
Dijkverlegging
Nevengeul
Uiterwaardverlaging
Kribverlaging

Slide 13 - Question de remorquage

Bij welke letter zie je de uiterwaarden?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 14 - Quiz

Wat wordt er met relatieve zeespiegel stijging bedoeld?
A
Het water stijgt.
B
De bodem daalt.
C
De bodem stijgt en het water daalt.
D
Het water stijgt en de bodem daalt.

Slide 15 - Quiz

Dijkverhoging
Kribben
Deltawerken
Zandmotor

Slide 16 - Question de remorquage

In Nederland wordt zandsuppletie toegepast. Waarom?
A
Om daar waar de bodem in Nederland daalt, de bodem op te hogen.
B
Om dijken langs de rivieren te versterken.
C
Om de stukken land tussen de winterdijken en de rivieren op te hogen.
D
Om stranden en duinen langs de kust te versterken.

Slide 17 - Quiz

Wat is relatieve zeespiegelstijging?
A
De absolute zeespiegelstijging ten opzicht van NAP.
B
De zeespiegelstijging ten opzichte van de dijkhoogte.
C
De absolute zeespiegelstijging én de bodemdaling.
D
De bodemdaling gecompenseerd door temperatuurverhoging.

Slide 18 - Quiz

In Nederland is de relatieve zeespiegelstijging groter dan de absolute zeespiegelstijging.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Waarmee beschermt Nederland zich tegen het water?
A
Dijken
B
waterkeerkringen
C
Duinen
D
A, B en C zijn goed

Slide 20 - Quiz

Waarom beschermt Nederland zichzelf tegen het water?
A
Nederland is een waterrijk land.
B
Nederland ligt grotendeels onder zeespiegelniveau.
C
De zeespiegel stijgt.
D
A, B en C zijn goed

Slide 21 - Quiz

In het verleden is het klimaat vaak veranderd. Wat is er zo bijzonder aan de huidige klimaatverandering?
A
De gletsjers in gebergten als de Alpen smelten.
B
De mens is ook een oorzaak van de klimaatverandering.
C
De temperatuur stijgt alleen op gematigde breedte.
D
De temperatuur is nu veel hoger dan hij ooit geweest is.

Slide 22 - Quiz

Door mensen gemaakte wal langs een rivier of de zee om het land tegen overstromingen te beschermen =
A
een dijk
B
een dijkring
C
een waterscheiding
D
een zeewering

Slide 23 - Quiz

Het totale gebied waar het water van een rivier vandaan komt =

A
een dijk
B
het stroomstelsel
C
het stroomgebied
D
het regiem

Slide 24 - Quiz

Met welk probleem hebben de rivieren te maken door de opwarming van de aarde?
A
Ze moeten steeds meer water afvoeren.
B
Ze worden steeds steiler.
C
Ze zijn te ernstig vervuild.
D
Ze zijn veel te diep geworden.

Slide 25 - Quiz

West-Nederland is gevormd door rivieren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Winterdijk
Zomerdijk
Uiterwaarde

Slide 27 - Question de remorquage

Uiterwaard
Polder
Dijk
Rivier

Slide 28 - Question de remorquage

Aan de kust van Nederland vind je duinen.
Wat heeft de duinen vooral gevormd?
A
Water
B
Wind
C
Obstakels
D
IJs

Slide 29 - Quiz

Welke twee maatregelen van het plan Ruimte voor de rivier worden in figuur 4 toegepast?
A
dijk verleggen+kribben verlagen
B
kribben verlagen+nevengeul graven
C
nevengeul graven+dijk verleggen
D
obstakels verwijderen+nevengeul graven

Slide 30 - Quiz

Op de foto hiernaast is te zien dat er extra zand aan de kust is toegevoegd.
-Wat zal er in de toekomst in dit
gebied veranderen?

A
Er ontstaan nieuwe duinen op de plek midden op de foto. Die nieuwe duinen bieden de oude kust extra bescherming.
B
Het gebied rond de plek midden op de foto wordt langs de hele kustlijn verder uitgebreid door zandsuppletie. Overal wordt het strand zo breed gemaakt.
C
Het zand rond de plek midden op de foto ver- dwijnt en wordt door de zee mee genomen en op de stranden verderop neergelegd.
D
Het zand rond de plek midden op de foto wordt het land op geblazen. Het verhoogt de duinen en de polders die daar direct achter liggen.

Slide 31 - Quiz

Iemand doet twee uitspraken:
I In veel dichtbevolkte gebieden van Nederland bestaat gevaar voor overstromingen.
II Zonder dijken en duinen zou alleen Zuid-Limburg niet overstromen. De rest van Nederland wel.

A
Uitspraak I is juist, uitspraak II is onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Beide uitspraken zijn onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist, uitspraak II is juist.

Slide 32 - Quiz

Door de temperatuurstijging stijgt de zeespiegel.
Leg uit waardoor dat komt.
Schrijf twee redenen op.

Slide 33 - Question ouverte