Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Voorbereiding op toets GT2b zakelijke brief CC
Schrijfvaardigheid
1 / 44
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Cette leçon contient
44 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
4 vidéos
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Schrijfvaardigheid
Slide 1 - Diapositive
In deze les:
Start van de les: tutorial, video met uitleg over een zakelijke brief schrijven.
Oefenen: verschillende soorten vragen over de leerstof ''schrijven van een zakelijke brief".
Ga je zelf inschatten welk cijfer je gaat halen voor het proefwerk.
Doelen van deze les:
Zie Classroom wat je moet kennen en kunt leren !
Je kunt aan het einde van de les vertellen waar je op moet letten bij het schrijven van een zakelijke brief.
Aan het einde van de les heb je de stof herhaald voor de toets.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Een zakelijke brief is...
A
...informeel van toon.
B
...formeel van toon.
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Diapositive
Donderdag maak je een zakelijke brief.
Noteer nu het adres van de afzender.
Slide 6 - Question ouverte
De plaatsnaam komt...
A
voor de datum
B
na de datum
Slide 7 - Quiz
Connect College
Maasbrachterweg 23 Echt
6101 XX
Juist
Onjuist
Slide 8 - Sondage
Welke dagtekening zet je vandaag in je brief ? (als die niet in de opdracht staat !!!)
Slide 9 - Question ouverte
Wat zet je in de aanhef als in de opdracht staat dat de brief gestuurd moet worden naar de Action?
Slide 10 - Question ouverte
Wat ga je in de inleiding van de zakelijke brief schrijven?
Slide 11 - Question ouverte
Wat komt er als eerste boven je zakelijke brief te staan?
A
de naam en het adres van de persoon aan wie je schrijft
B
de plaats en de datum
C
betreft
D
jouw eigen naam en adres
Slide 12 - Quiz
Maastricht, 15-10-2024
Is deze dagtekening juist of onjuist?
Slide 13 - Question ouverte
Slotgroet
Voornaam Achternaam
Adres van afzender
Aanhef
Inleiding, middenstuk en slot
Plaats, datum
Adres van ontvanger
Slide 14 - Question de remorquage
Welke beweringen zijn waar over de maand in de datum?
A
Je mag de maand in cijfers opschrijven.
B
Je mag de maand in cijfers en voluit in letters op schrijven.
C
Je mag de maand alleen in letters voluit schrijven.
D
Je mag de maand niet met een hoofdletter schrijven.
Slide 15 - Quiz
Mag je 'Beste' schrijven in de aanhef van een zakelijke brief?
A
Ja, als je iemand al een keer gesproken hebt.
B
Nee, dat mag nooit.
Slide 16 - Quiz
Wat doe je in de inleiding van je zakelijke brief ?
A
Je geeft alle informatie geeft die nodig is om je probleem uit te leggen of je stelt je belangrijkste vraag.
B
Je legt uit waarom je de brief schrijft.
C
Je vertelt wat je hoopt te bereiken met je brief of e-mail.
Slide 17 - Quiz
Welke aanhef is correct geschreven?
A
Geachte heer de Wit,
B
Geachte heer de Wit
C
Geachte heer De Wit,
D
Geachte heer De Wit
Slide 18 - Quiz
Wat ga je in het middenstuk van je zakelijke brief schrijven?
Slide 19 - Question ouverte
Wat zet je in het slot van je zakelijke brief?
Slide 20 - Question ouverte
Slide 21 - Diapositive
Je bent klaar met je brief en twijfelt over een zin. Welke zin bevat de juiste spelling?
A
Uw medewerker heeft bekent, dat ze zich vergist heeft.
B
Uw medewerker heeft bekend, dat ze zich vergist heeft.
Slide 22 - Quiz
Je bent klaar met je brief en twijfelt over een zin. Welke zin bevat de juiste spelling?
A
Het gebeurt heel vaak dat uw bestelling te laat geleverd wordt.
B
Het gebeurd heel vaak dat uw bestelling te laat geleverd wordt.
Slide 23 - Quiz
Wat wordt bedoeld met interpunctie?
A
Gebruik van hoofdletters
B
Gebruik van de juiste spelling
C
Gebruik van punten en komma's
Slide 24 - Quiz
In welke zin klopt de interpunctie?
A
De jongen heeft de finale verloren
B
de jongen heeft de finale verloren
C
de Jongen heeft de finale verloren.
D
De jongen heeft de finale verloren.
Slide 25 - Quiz
Je kunt ook aftrek krijgen voor interpunctiefouten.
A
juist
B
niet juist
Slide 26 - Quiz
Bij alle signaalwoorden plaats je een komma voor het signaalwoord.
Behalve bij het signaalwoord .......
A
maar
B
en
C
of
D
want
Slide 27 - Quiz
Welk leesteken ontbreekt?
Ik vind dit een goed idee want we leren er veel van.
A
punt
B
komma
C
vraagteken
D
aanhalingstekens
Slide 28 - Quiz
Welk leesteken ontbreekt?
We gingen in de klas hierover in gesprek en daarom schrijf ik u
A
punt
B
komma
C
vraagteken
D
aanhalingstekens
Slide 29 - Quiz
Welk leesteken ontbreekt?
Als de leerlingen antwoorden zitten ze heel stil.
A
punt
B
komma
C
vraagteken
D
aanhalingstekens
Slide 30 - Quiz
Na welk woord hoort een komma?
Ik lust graag ijs drop en chocola.
A
lust
B
graag
C
drop
D
ijs
Slide 31 - Quiz
Na welk woord hoort een komma?
Ik kan uitslapen want het is weekend.
A
want
B
uitslapen
C
kan
D
is
Slide 32 - Quiz
Hoeveel zelfstandig werkwoorden kan een zin hebben?
Slide 33 - Question ouverte
Wat weet je van een zelfstandig werkwoord?
Slide 34 - Question ouverte
zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?
Ik heb een ijsje uit de diepvries gepakt.
A
heb = zww gepakt = zww
B
heb = hww gepakt = hww
C
heb = hww gepakt = zww
D
heb = zww gepakt = hww
Slide 35 - Quiz
Welke woordsoort is het belangrijkste in een zin?
A
Hulpwerkwoord (hulp. ww)
B
Zelfstandig werkwoord (zelfs. ww)
C
Lidwoord (lw)
D
Zelfstandig naamwoord (znw)
Slide 36 - Quiz
Welke woordsoort verwijst naar een persoon?
A
Werkwoord (ww)
B
Bezittelijk voornaamwoord (bez. vnw)
C
Zelfstandig werkwoord (zelfs. ww)
D
Persoonlijk voornaamwoord (pers. vnw)
Slide 37 - Quiz
Wat is een woordsoort die iets zegt over het zelfstandig naamwoord?
A
Bijvoeglijk naamwoord (bnw)
B
Persoonlijk voornaamwoord (pers. vnw)
C
Voorzetsel (vz)
D
Lidwoord (lw)
Slide 38 - Quiz
Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?
Ik heb gegeten
heb = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
Slide 39 - Quiz
Sjors is gisteren geslaagd voor zijn brommerrijbewijs.
Twee antwoorden zijn juist
A
is = zelfstandig werkwoord
B
geslaagd = zelfstandig werkwoord
C
is = hulpwerkwoord
D
geslaagd = hulpwerkwoord
Slide 40 - Quiz
Ik haal voor het proefwerk schrijfvaardigheid....(geef jezelf een cijfer)
0
100
Slide 41 - Sondage
Slide 42 - Vidéo
Slide 43 - Vidéo
Slide 44 - Vidéo
Plus de leçons comme celle-ci
Examentraining 2018
Mai 2018
- Leçon avec
27 diapositives
par
www.lessonup.io
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Examentraining
M4 - schrijven - zakelijke brief
Février 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Zakelijke brief/sollicitatiebrief zelfstandig conventies schrijven (3)
Mars 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Zakelijke brief 4B2
Mars 2022
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
spelling brieven
Septembre 2021
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Een goede brief schrijven 5
Novembre 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Herhalingsles examen
Janvier 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Taal - brieven schrijven
Janvier 2022
- Leçon avec
10 diapositives
par
Kidsweek in de Klas
Taal
Basisschool
Groep 1,5,6,7,8
Kidsweek in de Klas