H3.5 Het immuunsysteem

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

H3.5: Het immuunsysteem 
thema 3: de bloedsomloop

Slide 2 - Diapositive

Bedenk wat jij denkt dat het imuunsysteem met de bloedsomloop te maken heeft.

Slide 3 - Question ouverte

Leerdoelen
3.5.8 Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
3.5.9 Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
3.5.10 Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

leg in jouw eigen woorden uit wat lichaamsvreemde stoffen zijn.

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van kunstmatige immuniteit?
A
Een voorbeeld van kunstmatige immuniteit is het doen van regelmatige lichaamsbeweging.
B
Een voorbeeld van kunstmatige immuniteit is het toedienen van een vaccin.
C
Een voorbeeld van kunstmatige immuniteit is het hebben van genetische aanleg.
D
Een voorbeeld van kunstmatige immuniteit is het eten van natuurlijke voeding.

Slide 12 - Quiz

Agenda's
Huiswerk:
opdracht 1 t/m 4 + 6 +7
Samen: opdracht 6

Slide 13 - Diapositive

Wat is vaccinatiegraad?
A
Het aantal mensen dat allergisch reageert op vaccinaties.
B
Het percentage van de bevolking dat gevaccineerd is.
C
Het aantal verschillende vaccins dat beschikbaar is.
D
Het aantal keer dat een vaccinatie herhaald moet worden.

Slide 14 - Quiz

Wat zijn antigenen?
A
Stoffen die het lichaam zelf produceert.
B
Lichaamsvreemde stoffen die een afweerreactie kunnen opwekken.
C
Stoffen die het immuunsysteem onderdrukken.
D
Stoffen die alleen in vaccins voorkomen.

Slide 15 - Quiz

Wat gebeurt er bij een allergische reactie?
A
Het afweersysteem reageert overdreven op lichaamsvreemde stoffen.
B
Het lichaam wordt resistenter tegen infecties.
C
Het afweersysteem reageert niet op lichaamsvreemde stoffen.
D
Het lichaam produceert te weinig antistoffen.

Slide 16 - Quiz

Wat is de rol van antistoffen bij de bescherming tegen infecties?
A
Antistoffen stimuleren de groei van lichaamscellen.
B
Antistoffen helpen bij het transport van zuurstof.
C
Antistoffen zorgen voor de afbraak van voedingsstoffen.
D
Antistoffen binden aan lichaamsvreemde stoffen en neutraliseren ze.

Slide 17 - Quiz