4H KUA - Cultuur van het Moderne, stijlen en stromingen
4H KUA - Cultuur van het Moderne, stijlen en stromingen (herhaling)
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
4H KUA - Cultuur van het Moderne, stijlen en stromingen (herhaling)
Slide 1 - Diapositive
Avant-garde
In de eerste helft van de 20e eeuw ontstonden er veel nieuwe stijlen en stromingen, doordat avant-garde kunstenaars nieuwe manieren van kunst maken ontdekten.
Slide 2 - Diapositive
Wat is een avant-garde kunstenaar?
A
Een kunstenaar die vernieuwt
B
Een kunstenaar die waarde hecht aan traditie
C
Een kunstenaar die zich verzet tegen de geldende orde
D
Een kunstenaar die zijn tijd ver vooruit is
Slide 3 - Quiz
In de eerste helft van de 20e eeuw waren er 3 hoofdstromingen. Welke waren dat?
Slide 4 - Question ouverte
Wat wilden de expressionisten met hun kunst?
Slide 5 - Question ouverte
Wat is een ander woord voor abstractie?
A
Non-figuratief
B
Figuratief
Slide 6 - Quiz
Het Nieuwe Bouwen
In de bouwkunst was het functionalisme een belangrijke stroming. Het Nieuwe Bouwen is de verzamelnaam voor functionalisme in de Nederlandse bouw.
'Form follows function' is een kenmerkende uitspraak van architecten binnen de stroming.
Slide 7 - Diapositive
Wat is het uitgangspunt van het functionalisme?
A
De esthetiek van het gebouw of object bepaalt de vormgeving
B
De functie van het gebouw of object bepaalt de vormgeving
Slide 8 - Quiz
In de beeldende kunst ontstonden er een heleboel nieuwe stijlen/stromingen. We hebben er 6 behandeld: welke weet jij nog?
Slide 9 - Question ouverte
Beeldende kunst
De 6 belangrijkste stijlen/stromingen binnen de beeldende kunst in de eerste helft van de 20e eeuw, waren het expressionisme, het kubisme, het futurisme, Dada, de Stijl, en het constructivisme.
We gaan ze allemaal even langs.
Slide 10 - Diapositive
Expressionisme
Slide 11 - Diapositive
Expressionisme: de stroming van gevoelens en emoties. Wat kenmerkt het expressionisme?
A
Grove hantering van verf en kwasten
B
Abstrahering van vormen door vervormingen
C
Felle en onnatuurlijke kleuren
D
Platte vlakken zonder ruimte en perspectief
Slide 12 - Quiz
Kubisme
Slide 13 - Diapositive
Vul in: het kubisme brengt vormen uit de natuur terug naar ... basisvormen.
Slide 14 - Question ouverte
Futurisme
Slide 15 - Diapositive
Futuristen wilden de dynamiek en snelheid van het moderne leven weergeven. Dat deden ze door beweging weer te geven door middel van ... ?
Slide 16 - Question ouverte
Dada
Slide 17 - Diapositive
Marcel Duchamp verhief alledaagse voorwerpen tot kunstwerken. Daar kwam veel kritiek op. Hoe noem je zo'n tot kunst verheven, alledaags voorwerp?
Slide 18 - Question ouverte
De Stijl
Slide 19 - Diapositive
De Stijl was een groep Nederlandse kunstenaars, die streefden naar orde en harmonie in hun kunst. Hoe zag die vormgeving eruit?
Slide 20 - Question ouverte
Constructivisme
Slide 21 - Diapositive
Wat weet je nog van het constructivisme?
Slide 22 - Carte mentale
Slide 23 - Vidéo
Wat zijn de kenmerken van expressionistische dans?
Slide 24 - Question ouverte
Film
Slide 25 - Diapositive
Tot een bepaald jaartal bestonden er alleen stomme films. Wanneer kwam de geluidsfilm op?
Slide 26 - Question ouverte
Wat is attractiemontage?
A
Montagetechniek waarbij de beelden zó achter elkaar zijn geplaatst, dat je geen overgangen ziet.
B
Montagetechniek waarbij de betekenis van een filmbeeld wordt bepaald door meteen erna een ander beeld te laten zien.
Slide 27 - Quiz
De vaak vage expressionistische films waren gericht op een ander publiek dan animatiefilms. Voor wie waren animatiefilms bedoeld?
Slide 28 - Question ouverte
Wat is er zo kenmerkend aan expressionistische films?
Slide 29 - Carte mentale
Slide 30 - Vidéo
Welke muzieksoorten werden er gecombineerd, waardoor Jazz ontstond?
Slide 31 - Question ouverte
Wat is een ander woord voor twaalftoonsmuziek?
Slide 32 - Question ouverte
Wat wilde Stanislavski bereiken, met zijn Stanislavski methode?
A
Dat het publiek werd aangezet tot nadenken en actie
B
Meer psychologische diepgang van de personages
Slide 33 - Quiz
Wat wilde Bertold Brecht bereiken met zijn episch theater?