uitleg must/must'nt & rangtelwoorden

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Today's lesson:

• Luisteroefening
• Uitleg grammatica
• Oefening: How far can you go?
• Zelfstandig werken in Learnbeat

Luister oefening

• Songtekst met gaten.
• Vul de gaten in met het juiste woord. 

Grammatica uitleg

• Gebruik van must en mustn't 

Must/ Mustn't

• Must = moeten / kan niet anders
• VB: I must ask you to leave now.
• I moet je nu vragen om te gaan.

• Mustn't (must not) = niet moeten / mogen
• VB: I must not be home late 
• Ik moet niet te laat thuis zijn.

• Must of must not + hele werkwoord.

• Must gebruik je als je zelf vindt dat iets moet

That boy over there _________ be Jim! He always sits there.

1. Must
2. Mustn't

We ________ chew gum at school,
it is not allowed.

1. Must
2. Mustn't

You _______ talk that loud, we are in the library.

1. Must
2. Mustn't

Grammatica uitleg

• Rangtelwoorden 

How do you say...

• 12
• 20
• 76
• 55
• 91 

Rangtelwoorden

• Gebruik je om een positie en volgorde aan te geven. 

1. First
2. Second
3. Third
4. Fourth
5. Fifth

How far can you go?

• Ronde 1: Tel samen tot tien in het Engels.

• Ronde 2: Gebruik de rangtelwoorden.

Individual work

Learnbeat 1.4

Maak: Onderdeel E - opdracht 1 & 3

Snap je het niet? Steek je hand op!

Let's do a Quizlet Live!

Homework:

Learnbeat 1.4

Maak: Onderdeel E - opdracht 1 & 3