Parodontologie 8

Wat is een supra-alveolaire pocket?
A
Het is een pocket waarbij de bodem van de pocket apicaal (onder) van de alveolaire botrand ligt.
B
Het is een pocket waarbij de bodem van de pocket coronaal (boven) van de alveolaire botrand ligt
C
Het is een pocket waarmee je de opgezwollen gingiva kan meten
D
Het is een pocket waarmee de diepte van de pocket opgemeten kan worden
1 / 15
suivant
Slide 1: Quiz
ParoMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat is een supra-alveolaire pocket?
A
Het is een pocket waarbij de bodem van de pocket apicaal (onder) van de alveolaire botrand ligt.
B
Het is een pocket waarbij de bodem van de pocket coronaal (boven) van de alveolaire botrand ligt
C
Het is een pocket waarmee je de opgezwollen gingiva kan meten
D
Het is een pocket waarmee de diepte van de pocket opgemeten kan worden

Slide 1 - Quiz

Wat is een dolor?
A
Roodheid van de weefsels door verwijding van de bloedvaten in het ontstekingsgebied.
B
Zwelling van het onstekingsgebied
C
Verhoogde temperatuur van het ontstekingsgebied
D
Pijn die onder andere wordt veroorzaakt door druk van gezwollen weefsels op de uiteinden van gevoelszenuwen.

Slide 2 - Quiz

Welke micro-organismen spelen een belangrijke rol bij parodontale aandoening?
A
herpes simplex virus type 1
B
Legionella pneumophila
C
Mondflora
D
Schimmels

Slide 3 - Quiz

Wat maakt het moeilijk voor de mondhygiënist om met instrumentarium de bodem van de pocket te reinigen?
A
Infra-alveolaire pockets en angulair botverlies
B
Supra-alevolaire pockets
C
Infra-alveolaire pockets
D
Pseudopockets

Slide 4 - Quiz

Wanneer spreken we van parodontitis?
A
Wanneer er botverlies is opgetreden
B
Wanneer er parodontale afbraak is opgetreden
C
Wanneer de diepere delen van het parodontium ook ontstoken raken
D
Wanneer micro-organismen binnen in het tandvlees is gekomen

Slide 5 - Quiz

Wat is wortelcement?
A
Een duidelijke zichtbare en voelbare lijn op het gebitselement
B
Gecalcificeerde weefsel dat de wortel bedekt
C
Het deel van de mandibula of maxilla waarin zich de alveolen bevinden
D
Het cement wat nieuwe verschillende soorten cement kan aanmaken

Slide 6 - Quiz

Wat speelt geen rol bij de bepaling van de vorm van de alveolaire botrand?
A
De mate van eruptie
B
Het verloop van het glazuur en de glazuur-cementgrens
C
De ligging van het element ten opzichte van de buurelementen
D
De diepte van de pockets

Slide 7 - Quiz

Na hoeveel uur na het reinigen van de elementen hechten er bacterien en voedselresten aan en ontstaat er tandplaque?
A
5 uur
B
24 uur
C
2 uur
D
1 uur

Slide 8 - Quiz

Wat is een parodontale aandoening?
A
Een aandoening aan het tandvlees
B
Een aandoening van de steunweefsels van de gebitselementen
C
Een aandoening aan het glazuur van de elementen
D
Een aandoening aan het kaakbot

Slide 9 - Quiz

Hoe kan je de toestand van het ligamentum parodontale en wortelcement nagaan?
A
Meting van de mobiliteit van de elementen
B
Opsporing van eventuele problemen in de wortelsplitsing (furcatie)
C
Meting van pocketdiepten
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn goed

Slide 10 - Quiz

Waar bestaat parodontium uit?
A
gingiva, alveolaire mucosa en worteltekens
B
processus alveolaris
C
wortelvlies
D
alle bovenstaande antwoorden

Slide 11 - Quiz

Wat doet de voedende functie?
A
bot aanmaken en afbreken
B
aanwezige bloedvaten leveren het cement, het bot en de gingiva benodigde stoffen
C
zorgt voor bescherming van bloedvaten en zenuwen
D
niks

Slide 12 - Quiz

wanneer treedt LJP het meeste op?
A
8-13 jaar
B
13-20 jaar
C
20-25 jaar
D
30 plus

Slide 13 - Quiz

Welke ontstekingsverschijnsel zorgt voor verhoogde temperatuur van het onstekingsgebied?
A
calor
B
tumor
C
dolor
D
rubor

Slide 14 - Quiz

Waarin bevindt zich het beenmerg
A
spongieus bot
B
lamina cribrosa
C
wortelvlies
D
tong

Slide 15 - Quiz