Herhalen 5 domeinen

Rekenen
Basisvaardigheden & domeinen
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Rekenen
Basisvaardigheden & domeinen

Slide 1 - Diapositive

Basisvaardigheden

Slide 2 - Diapositive

welk teken kan je tussen de getallen 2378 en 3278 zetten?
< kleiner dan
> groter dan
= is gelijk aan
A
<
B
>
C
=
D
kan niet

Slide 3 - Quiz

4,12 meter =

km
hm
dam
m
dm
cm
mm
4,12
A
41,2 cm
B
412 cm
C
0,412 cm
D
4120 cm

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

1 liter is.......
A
1000ml
B
100ml
C
10ml
D
1ml

Slide 6 - Quiz

Hoeveel seconden zitten er in 20 minuten?
A
800
B
1000
C
1200
D
1400

Slide 7 - Quiz

Tijd

Slide 8 - Diapositive

maanden -dagen
Schrikkeljaar;
- heeft 366 dagen
- één keer in de 4 jaar
- februari een dag erbij (29 feb.)
- 2024-2028...

Slide 9 - Diapositive

Hoeveel maanden zitten er in een kwartaal?
A
3
B
4
C
6
D
12

Slide 10 - Quiz

37.125
Hoeveel is de 3 waard?
A
3.000
B
37.000
C
300
D
30.000

Slide 11 - Quiz

Rond 1,637 af op 2 decimalen.

A
1,64
B
1,63
C
1,6
D
1,7

Slide 12 - Quiz

Afronden op 'mooie' getallen
Getallen worden afgerond volgens vaste afspraken.

Een cijfer van 5 of hoger wordt naar boven afgerond.
Een cijfer lager dan een 5 wordt naar beneden afgerond.


Slide 13 - Diapositive

Rond af op duizendtallen.
247 527
A
250 000
B
247 000
C
240 000
D
248 000

Slide 14 - Quiz

Domein
Verhoudingen

Slide 15 - Diapositive

Vereenvoudigen van verhoudingen
vereenvoudig 6 : 48
A
1 : 4
B
3 : 7
C
1 : 8
D
1 : 6

Slide 16 - Quiz

De verhouding koekjes dat je kunt bakken en het aantal gram bloem dat je nodig hebt is 2 staat tot 35. Hoeveel gram bloem heb je nodig voor 10 koekjes?
A
175 gram
B
55 gram
C
geen idee
D
17,5 gram

Slide 17 - Quiz

Wat je over een verhoudingstabel? 

Slide 18 - Diapositive

Verhoudingstabellen 

Slide 19 - Diapositive

Team A loopt een afstand van 25 km in 2 uur
team B loopt in 2,5 uur 31 km.
Welk team heeft in verhouding het snelst gelopen ?
A
Team A
B
Team B
C
Even snel
D
Geen idee

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Domein
Procenten

Slide 23 - Diapositive


Hoeveel procent is 3/5 ?
A
20%
B
30%
C
60%
D
70%

Slide 24 - Quiz

Hoeveel procent van het fruit is een sinaasappel?

Slide 25 - Question ouverte





Erwin koopt de hier afgebeelde stofzuiger. Wat is de prijs exclusief btw?
Erwin krijgt 25% korting. Hoeveel betaalt hij?

Slide 26 - Question ouverte

Domein
Grootheden en eenheden

Slide 27 - Diapositive

Hoeveel milliliter zit er in dit pak?
A
240 ml
B
2.400 ml
C
24.000ml
D
240.000 ml

Slide 28 - Quiz

Domein
2 en 3 dimensionaal

Slide 29 - Diapositive


A
36,3
B
34,9
C
35,9
D
34,3

Slide 30 - Quiz

Wat is de omtrek van de tent?
A
36
B
37
C
39
D
38

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Wat is de oppervlakte van de aula?
Rond het antwoord af!

A
1134
B
1133
C
1135
D
1137

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Diapositive


A
1,7
B
1,8
C
1,6
D
1,5

Slide 37 - Quiz

Domein
Kwantitatieve informatie

Slide 38 - Diapositive

1. Hoe laat opent deze winkel op maandag?
2. Hoe laat opent deze winkel van dinsdag tot tot en met vrijdag?
3. Hoe laat sluit de winkel op donderdag?
4. Hoe laat sluit de winkel op zaterdag?

Slide 39 - Diapositive

1. Azmi huurt op donderdag een grote bestelbus. Hij rijdt hiermee 120 km. Hoeveel moet Azmi in totaal betalen voor de bestelbus?

2. En stel dat hij in een kleine bestelbus op zondag gehuurd had. Wat had hij dan moeten betalen?






Slide 40 - Diapositive

Lijngrafieken en patronen 

Slide 41 - Diapositive

Welke lijnen zijn evenwijdig?
A
A+D
B
A+C
C
E+C
D
E+G en F+H

Slide 42 - Quiz