Oefentoets Klimaatvraagstukken h2,3

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

SO Arm & Rijk H2

Oefen

toets

H2,3

K

L

I

M

A

A

T

Wat hoort waar bij. Sleep de zinnen naar de juiste afbeelding.

lagedrukgebied

hogedrukgebied

weinig neerslag

veel neerslag

stijgende lucht

dalende lucht

De meteorietinslag waardoor de Dinosauriërs uitstierven is een voorbeeld van ...

1. interne variabiliteit
2. externe variabiliteit

b. Waarom is een grotere scheefstelling van de aardas ongunstig voor het ontstaan van een ijstijd? (1p)

In het Pleistoceen hadden we te maken met ....?

1. lage zeespiegel
2. hoge zeespiegel

Indirect bewijs om het klimaat in het verre verleden de reconstrueren noemen we

1. Presto-indicatoren
2. Proxy-indicatoren
3. Primula-indicatoren
4. Pergola-indicatoren

Een positieve terugkoppeling .... klimaatverandering

1. versnelt
2. vertraagt

Hernieuwbare energiebronnen zijn duurzaam en raken nooit op.

Noem 3 nadelen van hernieuwbare energiebronnen.

Op wat voor soort energie draait een geothermische centrale?

1. Waterkracht
2. Zonne-energie
3. Aardwarmte
4. Windkracht

Noem een nadeel van een waterkrachtcentrale vanuit de natuurlijke dimensie.

Het aanleggen van groene daken is een maatregel die....

1. brongericht is
2. symptoombestrijdend is

Bij welke type maatregel hoort de emissiehandel?

1. Symptoombestrijding
2. Geen van beide
3. Brongerichte maatregel

Vind je dat emissiehandel een goed instrument is om CO2 uitstoot tegen te gaan? En waarom?

Bron voor de komende vragen

Vasteland Antarctica zucht onder warmterecord

Argentijnse onderzoekers hebben op het noordelijkste deel van het vasteland van de Zuidpool een warmterecord gemeten van 17,5 °C. De meting dateert van 15 maart 2015, maar door uitgebreid aanvullend onderzoek kwam het nieuws nu pas naar buiten. Het vorige warmterecord op het vasteland van de Zuidpool, 15 °C, stamt alweer uit 1974.

Vrij naar: NOS.nl (2017)

Stel, een onderzoeker voert over 500.000 jaar een boring uit op Antarctica en vindt een dunne laag landijs daterend uit de huidige periode.
Bevat deze laag landijs dan relatief weinig of veel O16-isotopen?

Leg je antwoord op de vorige vraag uit.

De bron goed bekeken? Wat betekent de situatie over 10.500 jaar voor de verhouding 16O/18O-isotopen in de kalkskeletten van de dieren die dan in de Noordzee leven?

Op welke manier kan scheefstelling van de aardas bijdragen aan een versterking van de effecten van de situatie uit bron?

Klaar!
Hoe goed heb je de oefentoets gemaakt?

😒🙁😐🙂😃

Einde van de oefentoets