Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoe noemden de Europeanen Zuid- en Zuidoost-Azië?
Slide 2 - Question ouverte
Wat zijn specerijen?
Slide 3 - Question ouverte
Hoe noem je een handelsbedrijf die handel dreef in Zuid- en Zuidoost-Azië?
Slide 4 - Question ouverte
In 1602 gingen alle Nederlandse handelsbedrijven samen in één grote compagnie. Wat was de naam hiervan?
Slide 5 - Question ouverte
De VOC had het alleenrecht op de handel in Azië. Hoe noemen we dit alleenrecht ook wel?
Slide 6 - Question ouverte
Hoe heet de hoogste bestuurder in Nederlands-Indië?
Slide 7 - Question ouverte
Wat is een plantage?
Slide 8 - Question ouverte
Welk leger veroverde namens Nederland heel Java tussen 1825 en 1830?
Slide 9 - Question ouverte
Dit stelsel leverde Nederland veel geld op, maar Indonesische boeren hadden weinig vrijheid en verdienden er niets aan. Hoe heet dit stelsel?
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Modern imperialisme
inheemse
Ethische politiek
Uit het land zelf
Europese landen bouwen grote koloniale rijken op in Afrika en Azië
NL probeerde de Indonesische bevolking welvaart en ontwikkeling te brengen
Slide 19 - Question de remorquage
Deze vorsten mochten aanblijven als ze handel bleven drijven met Nederland en als ze samenwerkten met Nederland. Hoe noemen we deze binnenlandse vorsten, die uit het land zelf komen?
Slide 20 - Question ouverte
Europese landen bouwden grote koloniale rijken op in Afrika en Azië. Hoe noemen we dit?
Slide 21 - Question ouverte
De inheemse bevolking kreeg onderwijs en werd geholpen meer rijst te verbouwen. Ook werden er wegen en havens aangelegd. Welk begrip past hierbij?