Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 4: Conflicten
Ga naar LessonUp.com
Vul de pincode in
Vul je naam in. Je hoeft je niet te registreren
Houd je schrift bij de hand zodat je aantekeningen kunt maken
Slide 1 - Diapositive
Vandaag - Lesdoelen
Weet je wat een conflict is en wat het verschil is tussen de verschillende soorten conflicten
Weet je het verschil tussen staat, volk en territorium
Weet je wat separatisme is
Slide 2 - Diapositive
Conflicten
- Wat is een gewapend conflict?
- Waar komen vaak conflicten voor?
- Welk voor type conflicten zijn er ?
- Wat is een staat?
- Wat is een volk?
Voorkennis, wat weten we nog?
Slide 3 - Diapositive
Wat is een staat?
A
Een gebied
B
Een land
C
Een gebied met erkende grenzen en wetgeving
D
een volk dat in een land woont
Slide 4 - Quiz
IJSLAND
SYRIË
Ierland
Z-Sudan
Land waar de meeste vrede heerst
Land waar de meeste conflicten zijn
Slide 5 - Question de remorquage
Een volk kenmerkt zich door:
timer
0:45
A
Hetzelfde territorium te bewonen
B
Binnen één staat te bestaan
C
Dezelfde taal, godsdienst en geschiedenis
D
Een nationalistisch karakter
Slide 6 - Quiz
Conflicten
Slide 7 - Diapositive
Hoofdstuk 4: Conflicten
Welk soort conflicten komt waar voor?
Wat zijn de oorzaken?
Wat zijn de gevolgen?
Slide 8 - Diapositive
3 typen gewapende conflicten
Internationaal conflict
-> Oorlog tussen staten.
* de oorlog in Oekraine, WOII
Binnenlands conflict / burgeroorlog
-> Oorlog binnen de grenzen van 1 land.
* Ierland (IRA), Colombia (Farc)
Geinternationaliseerd conflict
-> Oorlog waar het buitenland zich mee bemoeit.
* Syrie, Afghanistan
Slide 9 - Diapositive
Gewapend conflict: een conflict waarbij
jaarlijks 25 doden of meer vallen
Slide 10 - Diapositive
Wat hoort bij wat?
Internationaal conflict
Burgeroorlog
Geïnternationaliseerd conflict
Amerika valt Noord-Korea aan
IS is actief in Irak en Syrië
In Libië probeert men de regering om te leggen
Rusland verovert een deel van Georgië
In Colombia schiet het leger op demonstranten
De Mexicaanse drugsoorlog leidt tot spanningen in Texas
Oorlog in een buurland heeft invloed over de grens. Hier zijn dan ook meerdere landen bij betrokken.
Oorlog binnen één land, soms ook tegen de regering.
Oorlogen tussen landen. Soms twee, soms wat meer. Regering tegen regering!
Slide 11 - Question de remorquage
Grenzen trekken
Territorium = woongebied volk
Staat = Gebied met internationaal erkende grens en wetgeving
Volk = Groep mensen die taal, geloof of gemeenschappelijke geschiedenis delen ( we noemen dat ook wel "een natie").
Staten hebben recht op: soevereiniteit/zelfbeschikking
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Staat en territorium vallen samen
In de staat leeft een minderheid met een eigen territorium
In verschillende staten woont een minderheid met banden met een andere staat. De minderheid woont verspreid in de staten.
Het territorium van het volk is groter dan de staat.
Het territorium valt in meerdere staten. In elke staat is het volk een minderheid.
Slide 14 - Question de remorquage
Separatisme =
De wens van een volk om zich van een staat af te scheiden.
Voorbeeld:
Catalonië (los van Spanje)
Slide 15 - Diapositive
Wat is separatisme?
Slide 16 - Question ouverte
Elk volk heeft een eigen territorium
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Hoe noem het als een volk zich wil afscheiden van een land?
A
Internationale conflicten
B
Nationalisme
C
Seperatisme
D
Regionalisme
Slide 18 - Quiz
Een 'jeugdbult' in Iran zorgt voor veel werkeloosheid onder jongeren die in opstand komen tegen de regering
A
Culturele oorzaak
B
Economische oorzaak
C
Politieke oorzaak
D
Demografische oorzaak
Slide 19 - Quiz
Wat is een fragile state?
Slide 20 - Question ouverte
Wie heeft in een zwakke staat vaak de economische en politieke macht?
A
De burgers
B
De elite
Slide 21 - Quiz
Slecht beleid en een zwakke staat zijn voorbeelden van
A
Interne factoren
B
Externe factoren
Slide 22 - Quiz
Er zijn verschillende soorten gevolgen van een conflict:
1. Sociale gevolgen;
2. Economische gevolgen;
3. Demografische gevolgen.
Slide 23 - Diapositive
Sociale gevolgen
Bepaalde oorlogstactieken leiden tot grote aantallen slachtoffers, soms zelfs tot een humanitaire ramp (wanneer een bevolking langdurig onvoldoende van voedsel, behuizing en medische zorg kan worden voorzien).
uithongeren, massaverkrachtingen, kindsoldaten etc.
Slide 24 - Diapositive
Sociale gevolgen
Asielzoekers
Iemand die op de vlucht is en erkenning als vluchteling zoekt
Ontheemden
Vluchteling die in het eigen land blijft
Vluchtelingen
Iemand verhuist naar een ander land, omdat hij op de vlucht is voor oorlog of wordt vervolgd vanwege zijn geloof, mening of seksuele voorkeur
Slide 25 - Diapositive
Economische gevolgen
Een oorlog kost niet alleen veel mensenlevens maar ook veel geld. De bevolking kan niet meer werken, waardoor zij moeten vechten of vluchten.
Na afloop van een gewapend conflict moet de schade worden hersteld. Bijvoorbeeld aan woningen, wegen, spoorwegen etc.
Slide 26 - Diapositive
Demografische gevolgen
Genocide(vernietiging van een volk, ras of groep of een poging daartoe). Bijv. in Rwanda.
Veel mannelijke slachtoffers.
Genocide, vaak gevolgd door ‘babyboom’ (opmerkelijk hoog geboortecijfer in een bepaald jaar).
Slide 27 - Diapositive
Demografische oorzaken gaan over...
A
De bevolkingsopbouw
B
De verdeling van de welvaart
C
De economie
D
De natuur
Slide 28 - Quiz
Een economisch gevolg van een gewapend conflict is een babyboom.