Workshop Coaching

• economie
• Voortgezet speciaal onderwijs

Wat is coaching?

• Coaching wordt gebruikt om een vaardigheid te ontwikkelen, problemen op te lossen of een activiteit te begeleiden. 
• De duur is meestal afhankelijk van de complexiteit.
• De leerling neemt verantwoordelijkheid voor de inhoud. 
• De coach begeleidt het proces, maar dient niet noodzakelijk de (inhoudelijke) expert te zijn.

Programma

• korte instructie 
• interactieve spel
• afsluiting

Transactionele analyse

• .. is een persoonlijkheidstheorie, systematische psychotherapie t.b.v. persoonlijke groei en verandering.

Belangrijk voor coaching?

Absoluut, modellen en begrippen eenvoudig en bruikbaar als je jezelf wilt begrijpen. Maar ook geschikt als je effectiever wilt omgaan en communiceren met anderen. <-- Onze leerlingen!

Ouder, volwassene, kind

Geeft aan hoe de persoonlijkheid is opgebouwd.

structurele analyse: ego toestanden

 

Een ego toestand is een geheel van gedragingen, gedachten en gevoelens.

Hoe herken je de egoposities?

• Woorden en zinnen;
• Toon van de stem
• Houding, mimiek en gebaren;
• Situatie.

Complementaire transacties

Analyseer een gesprek met een leerling

Vorm een duo.

Zet A3 papier op de grond. De opdracht voert iedere duo om en om uit. 

• Opdracht 1: persoon 1 Ga staan bij de ego-positie waaruit jij hebt gereageerd.
•                          Persoon 2: stel vragen over de positie waaruit hij/zij heeft gereageerd.
  
• Opdracht 2: Ga staan bij de ego-positie waaruit de leerling heeft gereageerd.
•                          Persoon 2: stel vragen over de positie waaruit leerling heeft gereageerd,
  
• Opdracht 3: Ga staan bij de ego-positie waaruit je zou willen dat de leerling had gereageerd.
  

Hoe zou je de kennis die je nu hebt over de ego-posities effectief kunnen gebruiken in gesprekken met leerlingen? 

Wat is het voordeel
van coaching
voor de leerling?

Functionele analyse 

De functionele analyse wordt gebruikt om gedrag te observeren en te classificeren. Zo kunnen bepaalde patronen in gedrag zichtbaar gemaakt worden.

Spel volgens het functionele model.

Vorm een duo. 

Zet A3 papier op de grond (KO, VO, V, VK, AK). De opdracht voert iedere duo om en om uit.  

Opdracht 1: persoon 1 Ga staan bij de ego-positie waaruit jij hebt gereageerd. 

                         Persoon 2: stel vragen over de positie waaruit hij/zij heeft gereageerd. 

Opdracht 2: Ga staan bij de ego-positie waaruit de leerling heeft gereageerd. 

                         Persoon 2: stel vragen over de positie waaruit leerling heeft gereageerd, 

Opdracht 3: Ga staan bij de ego-positie waaruit je zou willen dat de leerling had gereageerd. 

 

Hoe zou je de kennis die je nu hebt over de ego-posities effectief kunnen gebruiken in gesprekken met leerlingen?  

Bedankt